dinsdag, juni 20, 2017

Disclaimer van een Marokkokenner

Maart 2024

Ik voeg aan mijn 'disclaimer' het volgende toe.

Ik ben zeer kritisch op het beleid van de staat Israël tegen de Palestijnen, zeker sinds de laatste oorlog tegen Gaza. 57 jaar Israëlische bezetting is niet goed te praten. Drie generaties Palestijnen hebben nooit vrijheid gekend.

Vanwege mijn opstelling word ik vaak voor antisemiet uitgemaakt. Ik ontken dat ten stelligste. Ik maak me er niet meer zo druk over want het begrip antisemitisme is ontzettend uitgehold sinds elke kritiek op Israël als zodanig wordt gekwalificeerd.

Ik wil hier heel duidelijk stellen dat ik helemaal niets heb tegen joodse Nederlanders of Joden uit andere landen, zelfs niet uit Israël. Voor mij zijn echt alle mensen gelijk.

Ik heb wel grote moeite met mensen die het beleid van de staat Israël steunen.

En ja, ik veroordeel de daden van Hamas tegen onschuldige burgers op 7 oktober 2023. Ik heb op 8 oktober een tweet in het Arabisch gericht aan het account dat toen nog in de lucht was waarin ik Hamas opriep de burgergijzelaars vrij te laten.

En, misschien ten overvloede, voor mij staat buiten kijf dat de Holocaust behoort tot de grootste misdrijven  uit de menselijke geschiedenis, naast de Transatlantische slavernij en het kolonialisme.

====
juni 2017
Ik heb de afgelopen weken vrij intensief gerapporteerd over de onrust in Marokko. Dat heeft soms ook stekelige reacties opgeleverd. Ik wil me daarom verantwoorden voor wat ik doe en heb gedaan.

Ik zie in Nederland polarisatie ontstaan onder de Marokkaans Nederlandse gemeenschap. Men is voor of tegen de mensen die in Marokko de straat op gaan (niet alleen in El Hoceima, ook elders). Ik hoop objectieve informatie te geven.
Ik zie ook dat er een tekort is aan betrouwbare neutrale informatie. De Nederlandse media publiceren mondjesmaat en ook in het Engels is er niet heel veel beschikbaar.
En als er dan in Nederland over Marokko wordt gepubliceerd ben ik daar wel kritisch op. De feiten moeten wel kloppen. Ik kom hier later op terug.

Voor jullie informatie: ik word er niet voor betaald informatie over Marokko te verspreiden. Ik word betaald om studenten Arabisch te leren. En daar moet ik dus ook het grootste deel van mijn tijd aan besteden.
Maar ik ben wel zeer goed op de hoogte van hoe zaken in Marokko gaan. Ik kom namelijk al 40 jaar in dat land en heb er van begin 2009 tot half 2015 gewoond en gewerkt. En niet zomaar gewerkt. Ik heb heel veel informatie verzameld omdat ik met heel veel mensen in contact kwam, uit vele sectoren: overheden, universiteiten, ngo's, bedrijven, maar ook had ik contact met gewone mensen: mijn tuinman en zijn familie, mijn personeel en hun partners etc. En met diplomaten, want ik was als attaché op de Nederlandse ambassade zelf onderdeel van het diplomatieke circuit. Het grootste deel van mijn blog, gestart in 2006, gaat over die werkzaamheden en contacten.

Op basis van die 40 jaar voel ik mij betrokken bij Marokko (lees mijn stuk op NieuwWij).
Dus in de eerste plaats lees ik berichten over wat er op dit moment allemaal gebeurt daar uit pure belangstelling. Tijdens de vorige periode van protesten in 2011 zat ik er bovenop, nu moet ik het van een afstand volgen. Maar gelukkig zijn er websites met informatie. Ik volg vooral een aantal onafhankelijke nieuwssites in het Arabisch (Hespress, Lakome) en het Frans (TelQuel, Le Desk, Huffington Post Maghreb).
En dan is het soms een kleine moeite wat van die informatie te delen in het Nederlands, vooral via Twitter en sinds een paar weken gebruik ik mijn blog ook voor de actualiteit. En verder heeft de redactie van de site NieuwWij.nl me gevraagd regelmatig te berichten over de gebeurtenissen in Marokko.
Maar nogmaals, dit is niet mijn hoofdactiviteit.

En ja, ik heb zelf ook bepaalde voorkeuren, maar ik probeer in mijn berichten feiten te rapporteren of de ontwikkelingen te analyseren, zonder daarbij mijn eigen mening over de gewenste ontwikkelingen in Marokko te sterk op de voorgrond te plaatsen. Behalve dan de expliciete wens dat dierbare vrienden in Marokko zoals mijn vroegere tuinman, bewaker en werkster een beter leven zullen krijgen.

Ik pretendeer niet compleet te zijn in mijn berichten, niet in wat ik lees en niet in wat ik doorgeef. Ik pretendeer ook niet op professionele wijze te rapporteren, ik ben namelijk geen journalist. Ik weet wel dat ik veel journalisten onder mijn volgers heb, en ik zie af en toe wel eens wat in de berichtgeving terug waarvan ik dan denk: dat komt bij mij vandaan. En ik word ook regelmatig geraadpleegd door journalisten, dus mijn kennis wordt kennelijk wel gewaardeerd.  In de jaren dat ik in Rabat werkte mocht ik niet (officieel) met de pers praten maar dat is nu anders. In de twee jaar dat ik nu weg ben uit Rabat heb ik de media regelmatig te woord gestaan en het NOS‑gebouw in Hilversum heb ik al vanuit diverse richtingen aangevlogen.

Maar ik ben ook kritisch op wat professionele journalisten schrijven over Marokko. Zij worden er wél voor betaald om hun werk goed te doen. Ik ga niet kritisch doen over keuze van onderwerpen, volledigheid of invalshoeken, maar wel over de feiten. Die moeten kloppen. Dus als ik iets lees wat duidelijk niet klopt, dan reageer ik daar op. Zodat de journalist in kwestie een volgende keer weet bij wie hij (gratis!) informatie kan krijgen of checken. En dat gebeurt ook, ik noem geen namen.

Een ander belangrijk bezwaar dat ik al jaren heb: de Nederlandse media sturen geen eigen correspondenten naar Marokko. Het zijn altijd free lancers, die op eigen initiatief naar Marokko vertrekken en daar voor een karig inkomen hard moeten sappelen om hun berichten bij elkaar te sprokkelen. Of die moeten knokken met de Marokkaanse autoriteiten om een accreditatie als journalist te krijgen. En als ze die na twee jaar nog niet hebben, blijkt dat ze van de ene op de andere dag nog Marokko uitgezet kunnen worden ook.
Of het zijn de correspondenten in Madrid of Parijs, die Marokko er 'even' bij doen, grotendeels door hetzelfde te doen wat ik doe: internet bijhouden (maar dan alleen Franstalig), en af en toe een keer naar Marokko wippen.
Mijn tweede bezwaar tegen dit correspondentenbeleid is dat het meestal mensen zijn die geen Arabisch beheersen. Verder zijn het veelal zeer bekwame en gedreven journalisten, met velen heb ik een vriendschappelijke band opgebouwd, maar ze missen een groot deel van de informatie over wat er in Marokko gebeurt omdat ze die bronnen niet lezen die ik wel lees, en omdat ze niet zomaar een praatje kunnen maken met de gewone man of vrouw in de straat.

Dus, wil je meer informatie dan ik kan doorgeven: duik er zelf in! Arabisch is te leren, het kost je wel zeker anderhalf tot twee jaar.
Wil je schrijven over Marokko en wil je iets vragen of checken: mail me. Meerdere journalisten doen het.
Wil je kritiek uiten over mijn verslaglegging: mrehba bi‑k (welkom), maar wel opbouwend graag, en gestoeld op feiten.


PS: Een zeer kundig en gerespecteerd Nederlands journalist kwam naar Rabat en ik heb hem uitgebreid gesproken. Hij schreef een prachtig stuk voor een gerespecteerd Nederlands weekblad, dat hij mij eerst liet lezen. Ik had een aantal correcties en aanvullingen. Daar was hij zo blij mee dat hij voorstelde ook mijn naam onder het stuk te zetten. Gezien mijn positie als diplomaat in Marokko was dat geen goed idee, dus daarvoor heb ik bedankt.

Geen opmerkingen: