zondag, juni 11, 2006

NIMAR geopend!

Helaas lukte het niet de opening live via internet naar Nederland (en de rest van de wereld) te sturen. De laatste dagen waren te hectisch om dat voldoende uit te zoeken.
Helaas.
Maar er zijn wel wat beelden van beschikbaar. Rob Goosens van ons Nijmeegse universiteitsblad VOX heeft een videoverslag gemaakt, dat staat op http://videotheek.surfnet.nl/play_proxy/mmc/24199/NIMAR.wmv
En journaliste Sietske de Boer maakte voor de Wereldomroep een radioreportage die ik op de NIMAR-site heb geplaatst.
De opening zelf was een hele drukte.
Minister van der Hoeven verscheen wat later dan aangekondigd, maar dat was wel prettig omdat het pand toen inmiddels lekker was volgestroomd.
Onder de aanwezigen waren ook twee Marokkaanse ministers: Nezha Chekrouni voor 'Marokkanen in het buitenland', en Mohamed Achaari van Cultuur. Dat is een duidelijk teken dat het NIMAR aan Marokkaanse zijde serieus wordt genomen. En mevrouw Chekrouni reageerde heel enthousiast en positief toen ze mij begroette. Ongeveer een jaar geleden was ik nog bij haar om te vertellen over de plannen, maar dat het nog niet zeker was of het door zou gaan. Nu, een jaar later, kwam ze dus de opening bijwonen. Ze vertelde dat ze eerder die dag met minister van der Hoeven had gesproken over een tegenhanger van het NIMAR in Nederland.
Bij de opening zijn enkele (korte) toespraken gehouden door:

  • minister Maria van der Hoeven.
  • René Vermeulen namens de Radboud Universiteit (als vervanger van de voorzitter van het College van Bestuur die wegens privé-omstandigheden was verhinderd)
  • Christa Vogel namens de afdeling TCMO van de Radboud Universiteit
  • Paolo De Mas als directeur van het NIMAR.

Aan het eind van haar toespraak onthulde minister van der Hoeven het koperen naambord van het NIMAR waarop in twee talen 'Nederlands Instituut' staat, namelijk in het Nederlands en het Arabisch (al-ma'had al-hulandiy). We hebben er bewust voor gekozen niets in het Frans te vermelden.
In haar toespraak maakte de minister ook melding van haar voornemen te komen tot een leerstoel Nederlandse taal en cultuur aan een Marokkaanse universiteit. Het NIMAR kan daarbij een coördinerende rol vervullen. In eerdere gesprekken met de minister was al duidelijk geworden dat de minister ook mogelijkheden ziet voor het NIMAR om talentvolle Marokkaanse studenten en potentiële kenniswerkers Nederlands te gaan onderwijzen op het NIMAR. Anderzijds heeft de minister duidelijk gesteld dat het NIMAR zich niet mag gaan inlaten met cursussen Nederlands ter voorbereiding op het 'inburgeringsexamen in eigen land' (de taaltoets).
Er zijn ook beelden van de opening van het NIMAR uitgezonden op de Marokkaanse TV. Dit had zelfs tot gevolg dat ik de volgende ochtend bij een politiecontrole wegens een snelheidsovertreding mocht doorrijden, omdat de man de opening op TV had gezien ;-)
Nu, enkele dagen later, kijken we terug op een geslaagde opening, waarbij we het NIMAR op de kaart hebben gezet in Rabat. Nu begint de zware taak om invulling te gaan geven aan de activiteiten van het NIMAR.
In de komende dagen zal ik ook wat beelden op de website plaatsen van het pand zoals dat nu is ingericht.

NIMAR in de Tweede Kamer

Kamervragen over het NIMAR, maart 2006

Antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Eski, Joldersma en Sterk(allen van het CDA) aan de minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 3 maart 2006, kenmerk 2050609090).
1
Is het waar dat met financiële steun van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het Nederlands Instituut in Marokko in juni van dit jaar van start gaat? Zo ja, welke overwegingen liggen ten grondslag aan de beslissing om het betreffende instituut te ondersteunen? Welke taken krijgt het instituut?
Het is juist dat het Nederlands Instituut in Marokko (NIMAR) met financi?le steun van het ministerie OCW dit jaar van start gaat. De Radboud Universiteit, die het NIMAR opricht, heb ik een startsubsidie toegekend om het instituut te operationaliseren en een businessplan op te stellen. Tijdens het algemeen overleg dat ik op 22 juni 2005 met de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heb gevoerd, heb ik mijn voornemen kenbaar gemaakt om zowel in Marokko als in Turkije een instituut op te richten.
Aanleiding voor deze instituten vormden het maatschappelijke belang van samenwerking met deze beide landen en een grote vraag vanuit studenten (voornamelijk studenten Islamstudies en Arabistiek) naar een onderzoek- en studieverblijf in die landen als integraal onderdeel van de studie. Aangezien bovenstaande invalshoek niet past in het takenpakket van een NESO (Netherlands Education Support Office, beheerd door NUFFIC) heb ik besloten de instituten in Marokko en Turkije door een universiteit te laten uitvoeren en niet door het NUFFIC. Daarnaast kan het beoogde instituut in Turkije ook een bijdrage leveren aan de Nederlandse kenniseconomie, door de instroom van Turkse bèta- en techniekstudenten in het Nederlandse hoger onderwijs te bevorderen. In Turkije is namelijk een grote vraag onder talentvolle studenten naar studieplekken bèta en techniek, die het land zelf niet kan bieden. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de instituten het gehele Nederlandse hoger onderwijs
vertegenwoordigen.
Het takenpakket van het NIMAR, evenals het takenpakket van het instituut in Turkije, is nog niet vastgesteld. Wel kan aangegeven worden dat het takenpakket van de instituten zal liggen op het gebied van internationalisering van het hoger onderwijs. De instituten zullen daarenboven de generieke promotie van het Nederlands hoger onderwijsstelsel in het desbetreffende land op zich nemen. Per instituut zal echter een afzonderlijk, op het land van vestiging afgestemd programma worden geformuleerd. Aan de betrokken universiteiten is gevraagd medio dit jaar een businessplan in te dienen, naar aanleiding waarvan het takenpakket en de financi?le bijdrage van de overheid definitief zullen worden vastgesteld.
2
Bent u bekend met de initiatieven om een Nederlands Instituut op het gebied van onderwijs, taal en cultuur in Turkije op te richten en bent u betrokken bij de voorbereiding?
Zie antwoord op vraag 1.
3
Bent u voornemens de oprichting van een dergelijk instituut in Turkije ook te ondersteunen?
Zie antwoord op vraag 1.