zaterdag, juli 21, 2007

Video op de blog: Imilchil, nog een vervolg

Ik kom even terug op het heerlijke weekend in Imilchil van een maandje geleden.
Ik heb toen niet alleen een berg foto's gemaakt, maar ook een paar video's. Niet met een professionele camera trouwens, gewoon met de digitale fotocamera. Dat betekent dat het amateuristische filmpjes zijn, maar ach, daar staat YouTube vol mee. En u bent vrij om er wel of niet naar te kijken.
Binnenkort zal ik ook nog wat foto's van Imilchil en omgeving plaatsen op mijn webalbum. De link staat rechts in het beginscherm van deze blog. En mijn foto's zijn wel aardig van kwaliteit al zeg ik het zelf.

Op de heenweg heb ik al rijdend de camera een stukje laten meedraaien. Ik rijd daar op de nieuwe asfaltweg in zuidelijke richting. De weg voert langs een riviertje dat uit de Hoge-Atlas komt. Ik rijd hier dus stroomopwaarts.
Met een lekker muziekje (Coldplay) reed ik hier in de vroege middag het laatste stuk van de reis van Rabat naar Imilchil.



Na aankomst in het hotel Tiselit (Berbers voor bruid), gelegen aan het gelijknamige meertje, ben ik naar boven geklauterd om foto's te maken van de omgeving van het meertje.
Ik heb ook een panoramaopname gemaakt met een filmpje. Op een bergkam heb ik 360 graden rondgedraaid met het volgende resultaat.



Zondagochtend ben ik over de piste (onverharde weg) naar het andere, iets grotere, meer Iseli (Berbers voor bruidegom) gereden. Dat ligt een kilometer of acht verderop. Hier heb ik een wandeling om het meer gemaakt. Ook hier ben ik op een gegeven moment een flink stuk omhoog gegaan voor de foto's. En ook daar heb ik weer een panoramafilmpje gemaakt. Het resultaat kun u hieronder bekijken.



Zondagmiddag ben ik terug naar het Noorden gereden, nu dus stroomafwaarts langs hetzelfde riviertje. Onderweg heb ik nog wat gefilmd tijdens de afdaling vanaf Imilchil naar het dal waar het riviertje stroomt.

Heftige Heavy Metal

Een paar weken geleden meldde ik al dat ik een (stukje) Heavy Metal popconcert had bijgewoond in Casablanca. Ik was er samen met mijn vriend Kees Beekmans, die erover schreef in zijn column in de Groene Amsterdammer. Ik heb de relevante stukjes uit zijn column gehaald, hopend dat ik daarmee geen copyright overtreed.
En bij wijze van experiment en voor de curiositeit via YouTube een video-opname van een kort stukje van het concert. De link naar het filmpje staat onderaan dit bericht.

Voor de negende keer dit jaar was er L’Boulevard, het muziekfestival van Casablanca dat een zekere naam heeft opgebouwd. Vorig jaar hoorde ik ervan toen het net voorbij was, dit jaar was ik alerter. Het duurt een dag of vier en op zaterdagavond reed ik erheen samen met arabist Jan Hoogland, die het festival ook nog nooit had bezocht.

Eigenlijk wilden we de rappers zien, of eigenlijk horen, omdat die onder de Marokkaanse jeugd erg populair zijn. Ze worden door sommigen bovendien beschouwd als een soort voorvechters van het Marokkaans-Arabisch, een taal die, hoewel door de meeste Marokkanen gesproken, nog altijd te boek staat als dialect, een boerse deviant van het Standaard Arabisch, dat wél als een echte taal wordt beschouwd.

Jan Hoogland is kenner bij uitstek van het Marokkaans-Arabisch, daarom wilde hij die rappers graag horen. Ikzelf kom die rappers bijna wekelijks in de media tegen, er wordt veel over ze geschreven, wat mij nieuwsgierig had gemaakt. Maar die zaterdagavond stond er geen rap op het programma. Het bleek een heavy metal-avond te zijn. We hadden het programma beter moeten lezen.

Maar we waren niet voor niets naar Casablanca gereden, dus liepen we het voetbalstadion in waar de optredens waren. Er waren veel jongelui, maar er was genoeg ruimte om ergens rustig te staan en wat om je heen te kijken. We maakten beiden kennis met een kant van Marokko die we nog niet eerder hadden gezien. Tieners, zowel meisjes als jongens, in zwarte, gothic kleding. Punkers met hanenkammen. Gezichten waarin de oogkassen zwart geverfd waren. Twintig jaar geleden – of meer? – zou je ze als fans van de hardrockband Kiss hebben herkend, of als epigonen van Alice Cooper.

Hoe moet je de muziek waarnaar deze jongens en meisjes luisterden, noemen? Hardrock? Satanic rock? Het was in ieder geval oorverdovend, en rauw, dat vooral. Op de drums en op de gitaren werd kei- en keihard geramd, en de kinderen voelden zich daar goed bij, ze konden zich uitleven. Ze begonnen te springen, tegen elkaar aan te botsen en te headbangen. Jan en ik keken vertederd toe, als oude mannen, weliswaar volkomen misplaatst maar niet onwelkom. De sfeer was niet agressief. Hier en daar zag ik een meisje met een hoofddoek.

Tot zover het citaat uit de column van Kees.
Kees heeft trouwens eerder dit jaar een boek gepubliceerd over zijn ervaringen tijdens zijn eerste anderhalf jaar in Marokko.
Titel: Marokko voor beginners. De schrijver is dus Kees Beekmans. De uitgever is L.J. Veen (www.ljveen.nl).
Een stukje van de flaptekst:
Marokko voor beginners is het onvergetelijke verhaal van een omgekeerde inburgering. Nadat hij jarenlang heeft lesgegeven aan Marokkaanse leerlingen is Kees Beekmans benieuwd naar het land en vertrekt voor onbepaalde tijd naar Marokko, waar hij zich onderdompelt in een vreemde, exotische, maar ook rauwe cultuur: het dagelijks leven, de omgangsvormen, de gevoeligheden, de verborgen regels. Maar Marokko opent zich pas echt als Beekmans een verhouding krijgt met verpleegster Silham en zich zelfs verlooft. Dan ziet hij van dichtbij hoe gewone Marokkanen - haar ouders, broers en zussen, buren en collega's - leven en denken.

Het videofragment:
Klik op het driehoekje links onderaan, zet de boxen niet te hard ;-)


heftig hè?

weekendje onthaasten in het zinderende Zuiden

Ik ging een weekend mee met een vriend naar zijn familie, die op het platteland woont, zo'n 25 km. buiten Marrakech.
Hij had me al gewaarschuwd, dat ik me er niet te veel bij moest voorstellen: "er is daar echt niks hoor!"
We kwamen 's avonds rond half 10 aan, na een voorspoedige reis over de splinternieuwe tolweg. Dat is lekker doorrijden in vergelijking met enkele maanden geleden. Toen was het nog een flink stuk tweebaansweg met alle gevaren van dien.
We kwamen in een traditioneel huis, gebouwd van leem. Het besloeg slechts één verdieping, het is eigenlijk een binnenplaats met eromheen een aantal kamers. En een soort veranda (sarya) om de noodzakelijke schaduw te verschaffen.

De kamers zijn ingericht met matten en kleden op de grond, er liggen wat kussens, en er staat een lage ronde tafel die als eettafel dienst doet.
Alles in dat huis speelt zich af op de grond: zitten, eten, slapen.
De familie zelf sliep trouwens in de open lucht op de binnenplaats omat het 's avonds buiten koeler is dan binnen. Overdag is dat andersom, dan is het buiten juist warmer.

En warm was het. We kwamen uit het redelijk koele Rabat en Casablanca (beide aan de kust gelegen), hadden in de auto de airco aan en we arriveerden dus pas 's avonds in Ifrane (niet te verwarren met de wintersportplaats Ifrane in de Midden‑Atlas). Maar de volgende ochtend rond een uur of 11 sloeg de hitte onverbiddelijk toe. We hadden toen al een wandeling van een uur of twee achter de rug, door de onmiddellijke omgeving van het dorp. We liepen over de akkers en door de boomgaarden van de broer van Abd. Hij legde uit hoe het irrigatiesysteem werkt. Zijn familie heeft met hun grond recht op vijf en een kwart uur water per 10 dagen. Er loopt een irrigatiekanaal langs hun grond, en ze mogen dus gedurende die uren de schuiven open zetten. Het water komt uit het stuwmeer dat zo'n 20 kilometer verderop ligt.

Na de wandeling was het gerechtvaardigd even uit te puffen. Dus languit op de grond in de 'woonkamer'. Met de TV aan. In veel Marokkaanse huizen staat de TV bijna permanent aan, als een soort bewegend behang.
Na de lunch (tajine van kip en frietjes) hebben we zelfs een dutje gedaan. Ik ben nooit zo'n fan van siësta, maar in die temperatuur was het toch wel lekker. Vandaar die titel: onthaasten. In zo'n temperatuur komt er gewoon minder uit je handen. Ik had overigens bewust niet eens wat te lezen meegenomen en al zeker geen laptop.
Abd komt uit een grote familie, hij heeft flink wat broers en zussen. Ze wonen nog thuis bij hun moeder of hebben in de onmiddellijke omgeving een soortgelijk huisje gebouwd. Eén broer bewerkt dus het land, dat feitelijk eigendom van de hele familie is. Maar het zou volstrekt onmogelijk zijn de hele familie er ook van te laten leven. Zeker in een relatief droog jaar, als er niet zoveel water uit het stuwmeer komt. Hij heeft drie broers die als vrachtwagenchauffeur de kost verdienen. Althans, een kostje. Want de salarissen liggen niet bepaald hoog. Een broer die 7 dagen per week van 4 uur 's nachts tot vaak 's avonds 10 uur op pad is, brengt zo'n 80 Dirham per dag (8 euro) thuis. Probeer daar maar eens van te sparen om een eigen huis te bouwen.
Een andere broer is er wel in geslaagd voor zijn eigen beginnende gezin een betonnen huis te bouwen. Het beslaat eveneens één verdieping, omvat pakweg 4 kamers, en had tot nu toe 14.000 euro gekost. Dat zijn prijzen daar kun je nog iets mee, zou je in Nederland denken. Maar dat is dus 140.000 Dirham. Als je er 80 per dag verdient is dat dus zo'n kleine 5 jaar werken en dan niets uitgeven.

Maar dat huis is dan ook aanzienlijk beter dan het lemen huis van de moeder en de nog thuis wonende broers.
Het leven op het platteland is zo volstrekt anders dan het leven in een grote stad als Rabat, waar ik toch het meest ben en bij mensen over de vloer kom. Voor de plattelandsbevolking is het leven eigenlijk een permanente struggle for life om de eindjes aan elkaar te knopen. En zo is het in grote delen van Marokko op het platteland, maar ook in de uitgestrekte sloppenwijken bij de grote steden.
Binnenkort nog enkele indrukken en belevenissen uit het warme Zuiden.

donderdag, juli 12, 2007

Zomercursus, het vervolg

Ik schreef al dat de zomercursus was begonnen. De meeste cursisten arriveerden zondag 1 juli, want de cursus begon op 2 juli.
Ik zou hen oppikken op het station van Rabat, en hen naar de gastgezinnen brengen.
Helaas was er een treinprobleem tussen het vliegveld en Casablanca, waardoor ze allemaal per taxi naar Rabat moesten.

het enige dat ontbreekt: zo'n puntje van de tong dat naar buiten steekt ;-)

Ze werden allemaal met open armen ontvangen bij hun gastgezinnen. Meiden werden gelijk gezoend door de gastmoeders en gastzussen. Marokkaanse gastvrijheid is inderdaad hartverwarmend. Uiteraard krijgen de gastgezinnen wel een financiële tegemoetkoming van 100 Dirham (10 euro) per dag.
Overigens waren er ook mensen die 100 dh te weinig vonden. Voor hen was het klaarblijkelijk vooral een bron van inkomsten.
Eén cursist was reeds in Marokko op rondreis toen hij via via hoorde over onze zomercursus. Of hij nog kon meedoen vroeg hij telefonisch. Ja hoor zei ik, je bent welkom, als je genoegen neemt met een gastgezin in een 'volkswijk'. Als student culturele antropologie vond hij dat juist heel goed.
Er was een klein probleem, hij had niet uit Nederland het voorgeschreven cursusboek meegebracht, hij wist bij vertrek immers nog niet dat hij de cursus zou gaan doen.
Hij zat op dat moment in het zuiden in Ouarzazate. Via Marrakech moest hij naar Rabat zien te komen. Hij nam een taxi uit Ouarzazate en trof daarin een Nederlandse vrouw. Ze raakten aan de praat en hij vertelde dat hij in Rabat de zomercursus ging doen, maar dat hij het boek niet bij zich had. U raadt het natuurlijk al, anders zou ik het niet opschrijven, maar die dame in die taxi in Zuid-Marokko toverde het door mij geschreven cursusboek Marokkaans Arabisch uit haar tas en verkocht het door aan de kersverse cursist. Nu nog een CD-tje voor hem branden en hij is geheel voorzien.

converstatie n.a.v. een foto op het scherm van de computer. "ik zie een man en een vrouw in de straat" (ka-nsjuf razjel u mra fe-z-zenqa)

Vanaf de eerste lesdag was het heel gezellig. De stemming tussen de cursisten onderling was prima, en ook met hun docente Samia en de rest van de NIMAR-staf was er gelijk een goede verstandhouding.
De avond van de tweede lesdag hadden we iedereen uitgenodigd voor een welkomstetentje in een restaurant in de buurt van het NIMAR waar men ook wijn en alcohol serveert.
Een van de gastgezinnen woont ook in dezelfde buurt. Toen de gastvader hoorde dat we de volgende avond in restaurant Koutoubia zouden eten sprak hij zijn bezorgdheid uit. Want naast het restaurant is ook een kroeg, die duidelijk van dezelfde uitbater is.
Of dat nou wel zo'n geschikte gelegenheid was om zijn zojuist gearriveerde pupil mee naar toe te nemen. Deze pupil is 28 jaar oud, docente in het voortgezet onderwijs, ze heeft een half jaar in de VS gestudeerd, woont zelfstandig in het zondige Amsterdam, maar een etentje in een 'alcoholrestaurant' vond hij zorgwekkend.
De alcoholkwestie is altijd aan de orde als je in Marokko buiten de deur gaat eten. Gaan we naar een bier/wijn-restaurant of niet. Dat beperkt de keuze namelijk aanzienlijk. Soms wordt het bepaald door het gezelschap waarin je verkeert. Voor sommige mensen is het bijna een doodzonde om in een restaurant te komen waar alcohol wordt geserveerd. Anderen hebben daar minder moeite mee, zelfs als ze zelf geen alcohol drinken.
Een tweede bezoek aan een gastgezin is meestal al een soort thuiskomst. Bij het eerste bezoek is doorgaans al gezegd: hadi bhal dar-ek, dit is als je thuis. Anders gezegd: beschouw dit als je thuis. Als je dan een tweede keer komt, dan wordt die belofte realiteit. Ik moest zelfs het vruchtensap inschenken dus a.h.w. als gastheer optreden in het huis waar ik zojuist een van onze cursisten had ondergebracht. En uiteraard moest ik blijven eten, we kwamen even voor 8 uur 's avonds bij het gastgezin.
De cursiste kreeg als kamer de salon toegewezen. Elk Marokkaans huis heeft een salon, meestal de grootste en mooiste kamer van het huis, ingericht met luxe zitbanken langs alle muren en met kussens erop. Die kamer wordt alleen gebruikt als er gasten komen. In dit (ruime) appartement neemt die salon toch een aanzienlijk deel van de oppervlakte in beslag, en deze ruime en mooie kamer is voor een hele maand het domein van onze cursiste. Daarmee is de familie (5 personen) verbannen tot de eetkamer, een ruimte van ongeveer drie bij 4 meter, eveneens met banken rondom. Maar zo gaat dat in een Marokkaanse familie.
Minder leuk was dat, toen ik na de maaltijd buiten kwam, er een wielklem op mijn auto was aangebracht.
Maar niet getreurd, met een telefoontje naar de handhavers, en voor de lieve som van 40 dirham (4 euro ;-) werd die weer verwijderd. Ik dacht dat het betaald parkeren in onze buurt om 8 uur ophield, maar dat bleek 9 uur te zijn.
De terrassen van het NIMAR doen helemaal wat ik een jaar geleden al dacht: in de pauze zitten de studenten er, 's middags zitten ze er samen te studeren. Er wordt met de laptop draadloos met thuis gecommuniceerd etc.
En bij de dames gaan de T-shirts omhoog en worden de buiken ontbloot in het zonnetje. Tot ik met de camera verscheen, toen werden de truitjes weer kuis naar beneden gedaan ;-)
Het is een heerlijk gevoel de cursisten het NIMAR te zien bevolken, het instituut leeft en bruist. Dat is precies waarvoor het NIMAR er is.

als Samia zegt "schrijf op" dan wordt er ook geschreven

Ik ging met gemengde gevoelens weg deze keer. Vanwege een jarige zoon wilde ik absoluut 12 juli weer thuis zijn, maar ik was graag nog even gebleven. De cursisten liet ik trouwens in het volste vertrouwen achter onder de bezielende begeleiding van de docentes Samia en Choumissa.

donderdag, juli 05, 2007

Weer een mijlpaal bereikt

En weer is er een mijlpaal bereikt: op het NIMAR is de intensieve zomercursus Marokkaans Arabisch voor beginners van start gegaan. Met acht enthousiaste jonge cursisten die hiervoor de reis naar Rabat hebben ondernomen.
Hieronder een eerste impressie met een paar foto's.
Meer foto's zijn te vinden op http://picasaweb.google.com/J.C.Hoogland/ZomercursusMarokkaansOpHetNIMAR





Posted by Picasa