zondag, februari 25, 2007

Varia





Van 2 tot 12 februari was ik weer op het NIMAR. Ik heb al wat geschreven over mijn activiteiten als klusjesman en onderwijscoördinator.
Nu een paar andere korte berichten in de categorie 'varia'.
Aan het eind van mijn laatste verblijf wilde ik wel eens even ontspannen. Twee weken eerder had het flink gesneeuwd in de Midden-Atlas, en ik hoopte dat er nog sneeuw zou liggen. Ik heb nog nooit in Marokko geskied, en wil dat nog altijd wel een keer doen. Dus een weekend naar de de Midden-Atlas. Daar ligt het plaatsje Ifrane en daar vlakbij is een wintersport station. Helaas, toen we er aankwamen bleek er geen vlokje sneeuw meer te liggen. Volgend jaar beter.
In de Nederlandse media is vorig jaar wat aandacht besteed aan de Marokkaanse 'berberapen' die in de Midden-Atlas leven. We hebben ze vorige week opgezocht, en één conclusie is duidelijk: berberapen zijn geen kaaskoppen. Ik voerde er een een stuk stokbrood met (Nederlandse) kaas ertussen, en hij haalde de kaas er tussenuit, en at het brood op. Ze zijn ontzettend tam die apen. Je kunt ontzettend dicht bij ze komen en ze eten zelfs uit je hand. Een slechte zaak natuurlijk, om die beesten te gaan voeren, maar de verleiding is te groot als ze naar je toe komen zodra je de auto uitstapt. En als er ergens een plastic zakje tevoorschijn komt, trekken ze het bijna uit je handen.





We hadden een 'gite' geboekt bij Azrou, om daar te overnachten. Dat bleek een heel leuk huis te zijn. Met een zeer vriendelijk echtpaar dat het huis bezat en ons uitgebreid vertelde over de omgeving.
Het adres hadden we uit het boekje 'bijzondere logeeradressen in Marokko' (uitg. Hobb, vertaald uit het Engels, oorspronkelijke titel: Special Places to Stay, Alastair Sawday).
Het echtpaar bleek nog op zoek naar belangstellenden voor een geitenkaasproject. Dat project hield in: zelf wat geiten houden en ook geitenmelk opkopen bij andere geitenhouders in de omgeving, en daar dan kaas van maken voor de hotels en andere toeristische onderkomens in de omgeving.
Staat het idee je aan? Neem dan contact met mij op.



Op zondagavond waren we weer terug in Rabat, want maandag zou ik weer teruggaan naar Nederland. 's ochtends rond 11 uur zat ik nog op mijn kamer wat laatste zaakjes af te ronden, toen ik opeens een gerommel waarnam, en het hele pand stond ineens te schudden. Dat duurde zo'n 10 seconden. Een aardbeving dacht ik, en ik spoedde mij naar beneden. Ik zat op de 2e etage. Op de eerste etage was een les aan de gang, en ook daar kwamen de dames net de lesruimte uit. "Kom mee naar buiten" zei ik. Het geschud was inmiddels alweer opgehouden. Zo stonden we daar buiten, bij de achteruitgang in de steeg. De buren van het garagebedrijf keken ons vragend aan. "Wat doen jullie ineens allemaal buiten?". Zij hadden op de grond niets gemerkt.
Maar het was wel degelijk een aardbeving. Later, na terugkomst in Nederland, las ik dat het een zeebeving is geweest op de Atlantische Oceaan, die in Marokko en ook Spanje en Portugal voelbaar was. Het was een lichte beving. Ik kon nergens in ons pand scheuren in het pleisterwerk ontdekken gelukkig. Na de rampspoed van de stroomstoot en de kortsluitingsbrand konden we dat er niet ook nog eens bij hebben.

maandag, februari 19, 2007

reactie op: "Marokko op de site"

Het stuk van Kees van 9 augustus vraagt wel om een reactie. De titel 'Marokko op de site' deed het misschien niet vermoeden, maar het was toch vooral een lofzang op mijn verdiensten als arabist.Toen ik de eerste versie van dat stuk las moest ik echt even slikken. Bescheiden als ik ben, moest ik even wennen aan het idee dat duizenden mensen die lofzang op mij zouden lezen, gelukkig op een moment dat ik zelf lekker met vakantie zou zijn.

Maar goed, het is prettig als je werk wordt gewaardeerd want feitelijk is dat ook waarvoor ik mijn verschillende 'levenswerken' heb gerealiseerd. Een cursus Marokkaans, een set woordenboeken, het zijn dingen waar mensen iets aan kunnen hebben, en ik kan daarmee mijn kennis ordenen en overdragen.En het Nederlands Instituut Marokko (NIMAR) is ook zoiets. Mensen uit Nederland en Marokko kunnen via het NIMAR zorgen voor een intensivering van de wederzijdse contacten en het wederzijds begrip.

Het reageren op de stukken van Kees was zeker in het begin leuk, Kees was nog nieuw in Marokko, en begaf zich hortend en stotend op het pad van het leren van het Marokkaans Arabisch. Ik ben een taalfreak en moest daar dus op reageren. Later is Kees verder gegaan met mijn boek, waarbij hij gretig gebruik maakte van mijn regelmatige verblijven in Rabat voor extra uitleg. En het was leuk om te zien hoe hij vorderde, als we samen een terrasje pikten. Of een keer een film in het Marokkaans Arabisch, waarbij ik zelf ook alle zeilen moest bijzetten om het te volgen.

Marokko op de site

In de zomer van 2006 schreef Kees Beekmans in de Volkskrant een zeer lovend stuk over mij. Recentelijk vroeg iemand mij waar dat stuk terug te vinden was. Dat wist ik ook niet, maar ik heb het nu maar op mijn blog geplaatst, dan is het in elk geval te lezen voor wie dat wil. De reactie die ik toen op de Volkskrantblog heb geschreven zal ik hier direct na plaatsen.

De Nederlander Jan Hoogland schreef een knap leerboek Marokkaans Arabisch en richtte in Rabat het Nimar op. Het contact tussen Nederland en Marokko verdiept zich.

De oprichting twee maanden geleden van het Nederlands Instituut te Marokko (Nimar) is te danken aan één man, Jan Hoogland. Jan Hoogland is arabist aan de Radboud Universiteit Nijmegen en hij is de auteur van het leerboek Marokkaans Arabisch en de samensteller van het Woordenboek Nederlands-Arabisch/Arabisch-Nederlands. Met andere woorden: Jan Hoogland heeft veel gedaan voor de Nederlandse arabistiek. Maar wat zegt dat over het soort man dat Jan Hoogland is

Hij is nu 49 en begon dertig jaar geleden Arabisch te leren, in die tijd deden dat er niet veel. In die tijd ook werd hij reisleider, dan trok hij in de zomer met een Landrover door de grote zuidelijke oases, de vallei van de rivier de Draa, de Tafilalt, en door de Gorges, die van de Todra en die van de Dades. Zo'n Landrover vol toeristen had onder het terrein te lijden, regelmatig brak een blad van de vering af, en Jan moest dat dan zien te repareren, op een door god verlaten plek, 's avonds, de groep moest de volgende dag weer verder. In die tijd sprak hij al Arabisch, en dat was handig als hij de hulp van dorpelingen nodig had, maar belangrijker was zijn technische kennis, dat hij wist hoe hij zo'n Landrover uit elkaar moest halen. Dat wist hij.

Wie Jan ziet, denkt: dit is een heel gewone man. Gewone broek, gewoon overhemd. Zo op het oog niks bijzonders, een vriendelijke, bescheiden man die er jong uitziet voor zijn leeftijd. Niets aan hem verraadt de zucht naar avontuur die toch in hem moet zijn - waarom anders op zo jonge leeftijd die reizen door Marokko, naar plekken waar andere toeristen maar zelden kwamen, en als ze er kwamen, dan niet via de route die Jan nam.

Nee, er is niets van poeha aan deze man, hij zal zichzelf niet op de borst slaan. Ik ben nooit student van hem geweest en ik betreur dat. Ik denk dat Jan Hoogland niet alleen een consciëntieuze maar ook een goede docent is. Ik denk dat omdat ik hem ken, zeker, maar meer nog omdat ik zijn boek ken, dat leerboek Marokkaans Arabisch.

Ikzelf ben lang docent Nederlands geweest. Ik heb heel wat leerboeken Nederlands-als-tweede-taal, taalboeken dus, voorbij zien komen. Ik heb vreemde talen geleerd, uit boeken. Maar nooit heb ik een boek gezien dat zo didactisch, zo systematisch is opgebouwd als dat van Jan Hoogland, zonder dat het saai wordt. Hoeveel Marokkanen in Nederland spreken het Dariezja, het Marokkaanse dialect, niet of nauwelijks Hoeveel van hen willen het toch graag leren Zij moeten het boek van Jan kopen. Je loopt er niet in vast. Stap voor stap bouwt hij aan het taaluniversum dat de student zich eigen moet maken. Jan heeft zijn boek geschreven zoals een technicus een gebruiksaanwijzing schrijft: zo zet je een Landrover in elkaar. Eerst dit onderdeel, dan dat, dan dat. Jan heeft over zijn boek nagedacht, het verraadt een enorm analytisch vermogen, en liefde voor de taal. Jan is een fanaat. Het kan niet anders of hij is als samensteller van de woordenboeken Arabisch even nauwgezet en methodisch geweest, want zo is Jan Hoogland.

Ik heb hem hier in Rabat leren kennen, hij kwam om het Nederlands Instituut 'op poten te zetten'. Dat is een klus die je aan zo iemand kunt overlaten. Hij had het bij het ministerie voor elkaar gekregen dat men zo'n instituut wel wilde subsidiëren, en nu kwam hij naar Rabat om het tot werkelijkheid te maken. Hij moest een pand huren, hij moest het inrichten. Binnen drie maanden kreeg hij het voor elkaar, prachtig pand middenin Rabat, voorzien van computers, van internet, van meubilair, er is een leslokaal, er is een directeurskamer, er zijn slaapkamers voor de Nederlandse studenten die hier onderwijs komen volgen, er is een bibliotheek. Het hele pand is geverfd, het is voor een deel verbouwd. Voor de Nederlander lijkt dit alles normaal. Maar in Marokko is het niet altijd makkelijk dingen snel - en goed - te regelen. Op de terrassen op de verschillende verdiepingen staan planten in grote potten - die heeft Jan er zelf ingezet.

Dat is Marokko: de grote dingen doen, zoals bedenken dat zo'n instituut leuk zou zijn, plan schrijven, subsidie aanvragen, maar de kleine ook, planten kopen, in potten zetten, draden langs de muur spannen om de planten te leiden. Het Nimar heeft een website (www.ru.nl/nimar), die is door Jan gebouwd. De directeur van het instituut, geograaf en Marokko-kenner Paolo De Mas, wil graag naar de Nederlandse televisie kijken, maar hij weet niet en wil niet weten hoe dat moet, hoe werkt zo'n satelliet, heb je een of andere kaart nodig Jan komt over en Jan regelt het. De directeur kan straks NOVA zien, live, of op zondagavond naar AZ-Ajax kijken.

Nee, niet Jan maar Paolo is directeur - en onderzoekscoördinator - van het instituut geworden, en daar heeft het instituut een goeie aan, want Paolo weet alles van Marokko, zoals Jan alles van de taal weet. Jan is onderwijscoördinator, het is wat hij kan doen, wonend in Nederland. Hij is aan Nederland gebonden omdat zijn jongste zoon halverwege de middelbare school is - die nu naar Marokko verkassen, is volgens Jan geen goed idee. Hij moet nog een paar jaar wachten eer hijzelf directeur van zijn Nimar kan worden.

donderdag, februari 15, 2007

Doel gerealiseerd: onderwijs op het NIMAR begonnen

Zoals ik in een van mijn eerste stukjes op deze blog heb geschreven, was het eerste doel van het NIMAR het creëren van een onderwijsvoorziening voor Nederlandse studenten in Marokko.
Dat doel is vorige week verwezenlijkt. Op 5 februari zijn de eerste studenten gearriveerd die op het NIMAR een onderwijsprogramma gaan volgen. Het gaat om drie studenten van de Hogeschool Zuyd in Maastricht, van de studierichting Oriëntaalse taal en communicatie.
Deze drie studenten volgen een programma op het NIMAR, dat bestaat uit spreek-, lees- en luistervaardigheid in het Modern Standaard Arabisch (MSA) en spreek- en luistervaardigheid in het Marokkaans Arabisch dialect. Het dialect wordt aangeboden op gevorderd en beginnersniveau. Verder krijgen ze nog een serie colleges over 'cultuur en samenleving in Marokko'.
Het programma omvat 14 weken onderwijs, met ook een aantal lesvrije weken.
In feite is hiermee een oude droom van mij verwezenlijkt: Nederlandse studenten kunnen onderwijs volgen in Marokko.
Vermoedelijk komen volgend jaar (januari 2008) studenten Arabisch uit Nijmegen, Leiden en Utrecht voor een soortgelijk programma. En misschien zijn er dan ook weer studenten uit Maastricht die graag in Rabat onderwijs willen volgen.
De drie studenten die nu in Rabat zijn, zullen zeer binnenkort een eigen weblog openen, waarvan ik dan het adres hier zal publiceren.

zaterdag, februari 03, 2007

onderwijscoördinator (en klusjesman) is weer ter plaatse

Naast mijn officiële taak als onderwijscoördinator van het NIMAR heb ik ook nog een officieuze functie: klusjesman, systeembeheerder etc.
Gisteren na aankomst ben ik gelijk naar het servicecentrum van HP gegaan om de computers op te halen die daar nog stonden voor reparatie nadat het NIMAR in november was getroffen door een stroomstoot van 380 volt. Van alle PC's was de voeding doorgebrand.
6 PC's stonden nog daar voor reparatie. 5 waren er gisteren klaar dus die heb ik opgehaald (samen met Kees, in zijn auto). Na aankomst ben ik gelijk begonnen de PC's weer aan te sluiten want maandag, als de studenten komen, moeten ze beschikbaar zijn.
Ik heb er inmiddels 5 weer aan de praat, één flat screen vertoont helaas ook kuren. Het scherm flitst, maar is voornamelijk uit: van elke 2 seconden heb je ongeveer 0,1 seconde beeld. Dat werkt toch wat lastig.
Verder heb ik vandaag nog een hele waslijst aan klusjes gedaan en dingen gekocht: twee sets speakers voor computers, zwenkwieltjes voor twee TV-meubels en batterijen voor 4 draadloze computermuizen.
En vanmiddag met een van de twee docenten gesproken die maandag gaat beginnen onze eerste studenten les te geven. We hebben de apparatuur geïnspecteerd en nog wat dingen doorgepraat. Maar we hebben ook lekker in het zonnetje zitten lunchen op een terras. Het was heerlijk weer vandaag.
Vanavond in de buurt een pizza gehaald en voor de TV genuttigd. Het Schaep met de Vijf Poten. Nou dat hoeft voor mij niet zo. Georgina Verbaan die met een gemaakt Amsterdams accent probeert nog dommer te doen dan ze er in het echt al uitziet.

2 dagen uitgebreid lunchen en dineren

Ik heb al eens gemeld op deze blog dat het NIMAR betrokken is bij de invoering van onderwijs in de Nederlandse taal aan de universiteit van Casablanca.
Deze week waren de decaan en de vice-decaan van de letterenfaculteit van die universiteit in Nederland voor besprekingen met o.a. de Nederlandse Taalunie.
De gesprekken waren met diverse partijen die in Nederland betrokken zijn bij het onderwijs van de Nederlandse taal in het buitenland. Ten eerste hebben we een uiteenzetting gehad over de Taalunie zelf. Toen was er een prof van de universiteit van Louvain la Neuve in Wallonië. En donderdag zijn we naar Leuven in België geweest voor een uiteenzetting over het werk en de ondersteuning van het Steunpunt Nederlands als Vreemde Taal, en over het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal, een diploma (op verschillende niveau's) voor mensen die in het buitenland Nederlands hebben geleerd.
Nederlands leren aan buitenlanders binnen Nederland heet 'Nederlands als tweede taal' (NT2), Nederlands onderwijzen aan mensen in het buitenland heet 'Nederlands als vreemde taal' (NaVT).
Over de invoering van Nederlands in Casablanca hebben we afgesproken dat we komend studiejaar, dus in september 2007, gaan beginnen met een pilot project van een beginnerscursus Nederlands als een extra keuzevak voor geïnteresseerde studenten. Ze krijgen er geen studiepunten voor, maar het geeft ons wel de mogelijkheid wat te experimenteren. Hoeveel belangstelling is er voor Nederlands, met welke motieven gaan de studenten het doen, hoe richten we het onderwijs in etc. En een nog aan te trekken docent kan zo beginnen ervaring op te doen.
Als onderwijscoördinator van het NIMAR, en als ervaren taaldocent, zal ik met bezighouden met de begeleiding van het proces.
Verder hebben we beide dagen uitgebreid geluncht. Zo uitgebreid dat het middagprogramma dreigde te worden ingekort. En 's avonds ook nog uit eten met de Marokkaanse gasten dus een balansdagje met een flink stuk hardlopen lijkt op zijn plaats. Gelukkig heb ik ook in Rabat een paar hardloopschoenen liggen.
Want vanavond, donderdagavond, ga ik vast naar Schiphol en slaap daar in een hotel, en dan morgenochtend 8 uur naar Parijs en 11 uur door naar Rabat. Na 3 maanden weer een ruime week naar mijn stek aldaar. Binnenkort nader bericht uit Rabat.
Volgende week komen de eerste studenten naar het NIMAR om een aantal maanden onderwijs te volgen.