Teken de petitie: het NIMAR moet blijven!
De afgelopen week heb ik het boek “Arabieren kijken” van Hassnae Bouazza gelezen. En ik wil mijn mening hierover laten weten aan hen die geïnteresseerd zijn. Ik schrijf niet zo vaak boekrecensies op mijn blog maar over dit boek wil ik wel wat kwijt.
De titel “Arabieren kijken” wekte bij mij associaties op met
het zeer geslaagde “Het zijn net mensen” van Joris Luyendijk. De titel “Het
zijn net mensen” kun je zo lezen dat je het over dieren hebt die zich net als
mensen gedragen, apen bijvoorbeeld. En “Arabieren kijken” associeer ik met “aapjes
kijken”. Nou, laat ik beginnen met te stellen dat ik “Arabieren kijken” met
veel minder plezier heb gelezen dan “Het zijn net mensen”. En voor de
duidelijkheid, Arabieren zijn voor mij geen apen, dit zijn slechts associaties
waardoor ik die twee titels met elkaar in verband breng.
De kijk van Hassnae Bouazza op de Arabische wereld is heel
erg bepaald door het kijken naar Arabische films, soaps, clips en
satellietzenders, sinds haar vroege jeugd zoals ze zelf beschrijft. Bijna honderd
pagina’s van het boek gaan daar alleen maar over. Over filmsterren, zangers etc.
etc. Het is één lange sterrenrubriek of een katern uit Story of Privé. En laat
ik die berichten nou haten als de …. Na lezing van het boek interpreteer ik de
titel “Arabieren kijken” niet als “Naar Arabieren kijken” maar als “Arabieren
kijken naar….. films, soaps, clips, satellietzenders”.
Maar ook als het boek serieuze zaken als de Arabische Lente
bespreekt, komt er steeds weer een artiest of een presentatrice van een TV-show
uit de hoge hoed van Hassnae. Dat gebeurt op pag. 191-192. Als illustratie van
de Arabische Lente wordt presentatrice Rania Barghout opgevoerd. Eerst was ze
zo’n arrogant mens maar later bleek ze te zijn gegroeid, dankzij de Arabische
satellietzenders. En met haar zijn andere mensen gegroeid en zo kon het klimaat
ontstaan waarin de Arabische Lente kon uitbreken, zo redeneert Hassnae. En rond
de revolutie in Egypte wordt ook weer een ster opgevoerd. De filmster Sherihan
(“zevenhonderdduizend hits in de eerste twee weken na Mubaraks aftreden”;
relevant in een roddelrubriek maar niet in dit betoog) voegde zich bij de
demonstraties op het Tahrirplein en zou door de zoon van Mubarak verwond zijn.
Wat moeten we met deze informatie? Alles wordt door Hassnae vanuit een
perspectief van media en sterren geïllustreerd of verklaard.
Ik krijg uit het boek niet de indruk dat Hassnae de laatste
jaren gedurende langere tijd in enig Arabisch land heeft verbleven. Ze meldt
een paar keer dat ze met een televisieploeg in land X of Y was. Dat waren
vermoedelijk maar korte drukbezette bezoeken. De indrukken waarop zij haar
betoog baseert zijn kennelijk grotendeels gebaseerd op de media. Dat is toch
iets anders dan wat zij beweert in het laatste hoofdstuk op pag. 221: “Arabieren
en moslims leer je kennen door plaats te nemen op hun bank en aan hun
keukentafel. Niet via boeken of artikelen die de regio en de mensen als een
monolithisch blok beschrijven en die je in je comfortabele oordelen bevestigen.”
Het is wel zo dat Hassnae door haar toegang tot de Arabische media over andere
informatie beschikt dan wat de NOS en CNN ons voorschotelen, maar de
keukentafel van een Arabische soap is heel iets anders dan de keukentafel van
een doorsnee familie in een willekeurig Arabisch land.
Als het over Marokko gaat (het land van haar eigen roots)
kent zij de feiten niet goed. De 20-februari beweging is niet alleen door jongeren
opgericht, maar ook door de (conservatieve) islamitische beweging Al Adl w Al
Ihsan van de inmiddels overleden Sheikh Yassine. En de kreet ‘yasqat al nidaam’
is in Marokko, in tegenstelling tot de andere landen, nauwelijks geroepen omdat
iedereen wist dat dit een brug te ver was. De oproepen waren gericht tegen
personen in de entourage van de koning, en tegen de corruptie en het nepotisme maar
niet tegen het regime in zijn totaal.
Op pag. 200 schrijft Hassnae over Algerije: “De mensen
hoeven niet meer in lange rijen te wachten en er zijn nu ook supermarkten
voorhanden. Zo simpel zijn de behoeften van veel mensen uiteindelijk”. Dat
gegeven had ik wel eens wat nader uitgewerkt willen zien. Mijn theorie is dat
de mensen niet zitten te wachten op een premier die (in het geval van Marokko)
iets meer bevoegdheden heeft dan zijn voorganger. De mensen willen werk, een
goed functionerend onderwijssysteem en echte gezondheidszorg. Zo basaal (en
simpel) zijn hun wensen uiteindelijk.Maar dat de aanwezigheid van supermarkten in Algerije het uitblijven van verandering aldaar zou verklaren is natuurlijk ook te simpel.
Misschien hier niet geheel ter zake doend maar ik vermeld
het toch: Op pag. 172 vermeldt Hassnae dat zij tijdens haar tolkdiensten
politiemensen informatie geeft over hoe Marokkanen aankijken tegen een man die
zijn vrouw slaat (dat die wordt gezien als een lafaard). Een professionele
doodzonde. Een tolk dient taalkundige informatie van taal A om te zetten in
taal B en vice versa. Meer niet!
Op één belangrijk punt ben ik het volledig eens met Hassnae.
Op pag. 217-218 schrijft zij: “Het zou nog eerder een taboe zijn te vragen die
deur (van de discussie over de positie van de vrouw; jh), die niet op een kier
staat maar juist wagenwijd open, eens dicht te doen en het over andere kwesties
in de wereld te hebben: zoals de bestrijding van analfabetisme of het belang
van wetenschappelijk onderzoek”. Geheel mee eens dus!
Schaar ik mij hiermee in het leger van critici van Hassnae
die haar voor de ergste dingen hebben uitgemaakt op internet? Nee absoluut
niet. Ik bekritiseer de invalshoek van haar boek en meer niet. Ik hoop daarvoor
mijn inhoudelijke argumenten hierboven te hebben gegeven. Ik lees met plezier
regelmatig haar bijdragen op Frontaal Naakt en heb met afschuw gelezen hoe
verschillende vooraanstaande media in Nederland haar hebben willen manipuleren
rond de verschijning van dit boek.
Maar…. oordeel zelf, lees het boek en laat maar weten of je
het met mijn oordeel eens bent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten