De relatie Nederland-Marokko staat al een aantal jaren onder
druk. Aanleiding vormt het feit dat Nederland het woonlandbeginsel wil invoeren
voor naar Marokko geëxporteerde uitkeringen. Aangezien Nederland in de jaren zeventig
van de vorige eeuw een bilateraal verdrag met Marokko heeft gesloten over
sociale zekerheid, kan Nederland niet eenzijdig de voorwaarden veranderen. Daar
moeten beide landen samen over onderhandelen om tot een verdragswijziging te
komen. Die onderhandelingen lopen al een aantal jaren, maar hadden tot
afgelopen zomer niet tot resultaat geleid. Marokko heeft er namelijk geen
belang bij om de voorwaarden voor zijn onderdanen minder gunstig te maken.
Eind van de zomer 2015 werd ik gevraagd een blog te schrijven
voor het Leiden Islam Blog. Ik besloot een betoog te schrijven waarin ik
pleitte tegen het opzeggen door Nederland van dat verdrag, omdat goede
betrekkingen met Marokko ook voor Nederland heel belangrijk zijn. Eenzijdige
opzegging van een verdrag is in de diplomatieke wereld een zwaar middel en vrij
ongebruikelijk.
Terwijl ik mijn pleidooi aan het afronden was, kwam op 29
september ineens het
bericht dat Nederland en Marokko er uit waren. Er was een akkoord bereikt
over aanpassing van het verdrag.
Ik heb toen mijn blog omgewerkt tot een soort van blije
verzuchting dat de dreigende opzegging was afgewend, en dat dit de betrekkingen
met Marokko ten goede zou komen. Die
tekst is gepubliceerd. Ik sloot het stuk af met de tekst: “Kortom, beide
partners delen veel belangen. In elke relatie moet je investeren, dat is wat
Nederland nu terecht doet.”
Aangezien ik sinds 30 juni niet meer zo dicht bij het vuur
zit als voor die datum (als onderwijsattaché verbonden aan de Nederlandse
ambassade in Rabat) werd ik op 15 december volkomen verrast door het
bericht dat het zo moeizaam bereikte akkoord toch weer aan diggelen lag. De
trein van eenzijdige opzegging werd weer in gang gezet. En gisteren is die
trein weer een station gepasseerd. Het station van de Eerste Kamer. Ook
die is akkoord met opzegging van het verdrag.
En zo gaan we een nieuwe fase in, met weer de dreiging van
verslechtering van de relaties. En we hebben Marokko echt nodig. Marokko is
cruciaal in de strijd tegen terrorisme. Zo cruciaal dat Nederland en Marokko
samen voorzitter zijn van een internationaal forum over terrorisme: het Global
Counterterrorism Forum (GCTF). En dan wil ik toch nog maar een keer
wijzen op de Marokkaanse reactie toen er wat akkefietjes waren met Frankrijk:
de justitiële samenwerking werd door Marokko uit boosheid stop gezet. Is dat
dan diplomatiek? Ik denk het niet, maar ze deden het wel, ze voelden zich echt
gekleineerd. Of de aanslag op Charlie Hebdo voorkomen had kunnen worden als die
samenwerking tussen Marokko en Frankrijk niet was onderbroken zullen we waarschijnlijk
nooit te weten komen. Maar feit is dat de aanslag op Charlie Hebdo plaatsvond,
begin 2015. Overigens was in de loop van
2015 de samenwerking hervat na een knieval door Frankrijk, maar hebben toch de
aanslagen van 13 november in Parijs plaatsgevonden, dus die hervatte samenwerking
was geen garantie voor de veiligheid. Wel schijnt een tip uit Marokko te hebben
geleid naar de schuilplaats van het vermeende brein van de aanslagen, Abdelhamid Abaaoud.
O Nederland, let op uw zaak. De relatie met Marokko is meer
waard dan die paar miljoen die worden bezuinigd door die uitkeringen te
beperken.