vrijdag, september 26, 2008

Syrische toestanden

Ik zou bij aankomst in Damascus van het vliegveld worden opgehaald door een medewerker van het Nederlands instituut aldaar. Bij aankomst was mijn ophaler er nog niet.
Ik wilde hem bellen, maar mijn Nederlandse mobiele telefoon deed het (nog) niet, dus kon ik hem niet bellen.
Dan maar op zoek naar een openbare telefoon. Daarvoor had ik Syrisch geld nodig.
Maar.... de geldautomaat was buiten bedrijf en de bank was even gesloten wegens bouwwerkzaamheden.
Wat nu? Geen paniek!
Die sluiting van de bank duurde gelukkig maar een kwartiertje.
Toen had ik Syrische ponden. Toen naar het kantoortje van Syriatel.
Ik moest bellen naar het mobiele nummer van mijn ophaler. Dat zou 20 pond kosten. Ik had allemaal briefjes en één munt van 10 pond gekregen voor mijn Euro's. En de man daar had geen wisselgeld. Kan ik dan een telefoonkaart kopen voor de telefoons hier aan de muur? Dat kan wel, maar die kosten 500 pond, en die werken alleen hier op het vliegveld. Niet in de stad.
Welkom in Syrië denk je dan. Wat een toestanden allemaal binnen het eerste half uur. Kunnen ze de zaken hier niet gewoon regelen zoals het hoort? Nou ja, zoals het volgens ons hoort dan. Maar onze manier van werken en denken is niet de enige zaligmakende in de wereld.

Uiteindelijk mocht ik bellen met dat ene muntje van 10 pond en bleek mijn ophaler al dichtbij het vliegveld te zijn, en zou hij na een minuut of tien op het vliegveld arriveren.
En zo kwam alles toch nog goed ;-)

maandag, september 22, 2008

Waanzinnig gebouw bij daglicht

Ik schreef al over de Khan As'ad Basha in Damascus. Ik ben nog een keer teruggegaan om bij daglicht te fotograferen. Ook dat zijn mooie plaatjes geworden. Zonder verder commentaar plaats ik hier nog een paar foto's.



Ook gebouwen kunnen fotogeniek zijn.
Dit gebouw is door dezelfde persoon gebouwd als het beroemde Azam Paleis, dat hooguit honderd meter verderop staat, en dat als museum is ingericht. Ook daar heb ik een paar uur rondgekeken, maar ik was er niet zo ademloos van verwondering als in de Khan. Die afwisseling van zwart en wit en die prachtige bogen en het spel van het zonlicht door de open middelste koepel, ik raakte er niet op uitgekeken (en gefotografeerd, leve de digitale fotografie!).
Op de bovenstaande foto is goed te zien hoe de geëxposeerde foto's in een vierkant om de fontein zijn opgehangen. De lijn van schaduwen van foto's op de grond in het felle zonlicht geeft m.i. een heel mooi effect
Hieronder foto's van het paleis dat als museum is ingericht, het Azam Palace.

zaterdag, september 20, 2008

Ook een beetje onderzoek in Syrië en Libanon

Mijn bezoek aan Damascus (en Beirut) had twee redenen. De eerste heb ik al genoemd: de onderlinge samenwerking tussen de Nederlandse wetenschappelijke instituten in de Arabische wereld.
Maar ik wilde ook nog iets doen voor mijn eigen onderzoek.
Ik heb al vaker geschreven op mijn blog over het verschijnsel dat ik in Marokko met zoveel belangstelling volg: het toenemend gebruik van het Marokkaans Arabisch dialect (de spreektaal) voor schriftelijke communicatie. Schrijven in de spreektaal dus.
Nu wilde ik tijdens mijn bezoek aan Damascus en Beirut (en volgende maand Cairo) eens kijken hoe het in deze landen is gesteld met het schriftelijk gebruik van de spreektaal.
Ook in dat opzicht is de reis zonder meer geslaagd te noemen.
In Damascus heb ik niet zo veel reclame-affiches gezien met dialect, maar wel aardig wat fragmenten en zelfs vaste rubrieken met geschreven spreektaal in een krant (Baladna). Ook in glossy tijdschriften heb ik diverse fragmenten in spreektaal kunnen lezen.






En in Libanon heb ik werkelijk volop reclame-affiches, spandoeken, zuilen etc. gezien met daarop geschreven spreektaal.
Onze heenreis, met collega-arabist Rudolf aan het stuur, werd een ware jacht op affiches. Rudolf moest natuurlijk ook nog een beetje op de weg letten (maar in Libanon neemt men het dus niet zo nauw), maar ik riep regelmatig 'stop!'. De Libanezen hebben zich vast afgevraagd wat die twee westerlingen aan het doen waren als we weer een reclamebord stonden te fotograferen.



Op 'het Instituut' (NIASD) heb ik ook nog een lezing gehouden over dit onderwerp. Ik heb vooral beschreven wat ik als neutrale toeschouwer in Marokko heb waargenomen. Maar ik heb ook aangegeven dat ik in Syrië, in iets mindere mate misschien, hetzelfde zie gebeuren. En dat dit in de (verre?) toekomst wellicht zou kunnen leiden tot een verdringing van het Klassiek Arabisch, zoals in de historie ook is gebeurd met het Latijn in Zuid-Europa.
De reacties uit de zaal waren gematigd en beschaafd afkeurend. Het Klassiek Arabisch is de taal van het cultureel erfgoed, van de godsdienst etc. En als men maar genoeg moeite doet, als de regeringen zorgen voor voldoende scholing etc. dan komt het wel goed met de positie van het Klassiek Arabisch.


Zie ook de website van het NIASD: www.niasd.org

En ook nog groeten uit Beirut

Beirut is maar een uurtje of drie rijden van Damascus. En aangezien het op dit moment redelijk rustig is in Libanon, besloot ik daar ook een kijkje te gaan nemen. Uiteindelijk hoop ik aan het eind van mijn loopbaan alle Arabische landen te hebben afgewerkt, en Libanon had ik ook nog niet gehad, dus kon ik er weer eentje afstrepen.
Mijn in Damascus woonachtige collega-arabist Rudolf had ook wel zin in een uitstapje dus stelde hij zijn auto beschikbaar voor de heenreis, via een toeristische route door de bergen van Libanon.


Libanon is in veel opzichten anders dan Syrië.
Maar het meest opvallend waren toch wel de uiterst strenge (en kennelijk noodzakelijke) veiligheidsmaatregelen.
Roadblocks en check points overal, langs de doorgaande wegen en in de stad. Tanks en pantservoertuigen op strategische plaatsen in de hoofdstad en langs de wegen.
Maar veel overlast heeft dat alles niet bezorgd.
Om overlast en oponthoud te voorkomen heb ik maar geen pogingen gedaan die legerposten te fotograferen.
Maar de sporen van de oorlog zijn overal aanwezig. In de bergen staan nog in puin geschoten huizen. Rudolf merkte op: een huis met een mooi uitzicht kun je hier maar beter niet hebben. Een mooi uitzicht is gelijk aan een strategische positie, en dus komt je huis snel onder vuur te liggen.



Maar ook in Beirut zijn nog veel sporen van de burgeroorlog te zien. Het meest opvallend is het voormalige Holliday Inn Hotel. Het is een hoog gebouw dat op de groene lijn stond, de scheidslijn tussen Oost- en West-Beirut, waar kennelijk met zwaar geschut op is geschoten.




Maar onder de vermoorde premier Rafiq Hariri, zelf miljardair en eigenaar van aannemersbedrijven, is er ook in snel tempo een nieuw centrum in Beirut gebouwd, dat er zeer smaakvol uitziet.



Mijn reisgenoot ging 's avonds terug naar Damascus, maar ik bleef nog een nachtje in Beirut. De volgende dag ben ik met een taxi teruggereden naar Damascus. Dat was een belevenis op zich. Het kant namelijk ook in iets meer dan twee uur (oponthoud aan de grens niet meegerekend).
Eigenlijk kun je stellen dat ze hier in deze landen rijden als gekken. Althans, naar onze maatstaven. Hiermee vergeleken is het verkeer in Marokko echt rustig en voorspelbaar. Kortom, ik was blij dat ik heelhuids Damascus had bereikt. En ik ben echt wel wat gewend, en kan in Marokko lekker meedoen in het verkeer daar.

Ten slotte: hoog op het verlanglijstje van te bezoeken Arabische landen staat ook Dubai. Om die gekte daar een keer met eigen ogen te aanschouwen.

dinsdag, september 16, 2008

Waanzinnig gebouw gespot


Gisteravond liep ik wat te wandelen door Damascus en stuitte op een waanzinnig gebouw. Het heet Khan As'ad Basha. Het is een oude caravanserai (pleisterplaats voor handelskaravaans).
Het is in Damasceense stijl gebouwd met verschillende lagen licht- en donkergekleurd steen. Het lijkt op de stijl van de beroemde kathedraal van Sienna (Italië).

Door de koepels, waarvan sommige in het midden open zijn zodat warme lucht kan ontsnappen, geeft het een prachtige indruk als je omhoog kijkt.
Ik heb eerder op mijn blog al foto's van mooie plafonds gepubliceerd, toen uit Andalusië (november 2007).
Maar ook deze zijn geweldig, dankzij die geweldige groothoeklens van mijn liefje waar ik toen ook al over sprak. En de kenner begrijpt het al: ik heb dus een andere camera aangeschaft waar die lens ook op past.
Oordeelt u zelf.
Overigens vond op dat moment juist de officiële opening plaats van een foto-expositie. Ondanks de aanwezigheid van professionele fotografen heb ik toch ook maar mijn camera tevoorschijn gehaald.

Groeten uit Damascus


In het kader van de onderlinge samenwerking tussen de Nederlandse instituten bezoek ik op dit moment het Nederlands Instituut voor Academische Studiën Damascus (NIASD).
Het is heel lang geleden dat ik in Syrië en in Damascus was. Het was 1979, en ik was nog student Arabisch.
Hier bevind ik mij in het hart van de Arabische wereld en van de Arabische cultuur.



Er staat hier een specifiek monument waarop ik mij erg verheugde: de Omayyadenmoskee in Damascus. Gebouwd door de Omayyadendynastie, de eerste dynastie van islamitische heersers die het Arabisch schiereiland (ongeveer het huidige Saoedi Arabië) verlieten om elders hun hoofdstad te stichten. Terwijl de islam toch ontstaan was in Mekka en Medina, beide steden op dat schiereiland.



De oude stad van Damascus geldt als de oudste permanent bewoonde stad ter wereld. De "Rechte straat" (shari' al-mustaqim) wordt al in de Bijbel genoemd en bestaat nog steeds.
Er is een hele waslijst aan verschillen en overeenkomsten tussen Syrië en Marokko te noemen. Ik kom daar misschien nog wel een keer op terug.
Maar wat voor mij als regelmatige Marokkoganger een groot verschil maakt, is dat ik als niet-moslim hier zo iedere moskee kan binnenstappen. Als ik tenminste mijn schoenen maar uitdoe ;-)
In Marokko mogen niet-moslims de moskeeën niet in. Met uitzondering van de grote Hassan II moskee in Casablanca, daar worden (prijzige) rondleidingen voor toeristen gegeven.
De reden dat niet-moslims in Marokko niet in de moskee mogen, stamt nog uit de tijd van de Franse overheersing. Op zeker moment ontstond er in Marokko een gevoel van nationalisme en streven naar onafhankelijkheid. De Franse resident-generaal besloot toen de Marokkanen niet te veel te provoceren (met misschien een versnelling van die onafhankelijkheidsgevoelens) door de Fransen, en daarmee alle niet-moslims, de toegang tot de moskee te ontzeggen. En na de onafhankelijkheid is die regel in Marokko nooit afgeschaft. Misschien is Marokko wel het enige islamitische land waar die regel geldt.
Maar hier in Damascus gelden zulke beperkingen niet. En dus kon ik op vrijdag in de loop van de ochtend de Omayyadenmoskee binnenstappen en daar een paar uur blijven rondhangen tot na het vrijdaggebed. Dat is het belangrijkste gebed binnen de islam, waarbij niet alleen een gebed wordt gebeden, maar ook een preek wordt verzorgd door de imam.
Ten eerste heb ik flink lopen fotograferen in de moskee. Mijn dia's uit 1979 beginnen in kwaliteit achteruit te lopen, en ik beschik ook over betere apparatuur tegenwoordig. Het resultaat staat hier, en misschien binnenkort nog wel wat meer op mijn webalbum.
Vervolgens ben ik ergens op een randje gaan zitten, en heb ik zitten kijken wat er allemaal de moskee binnenstroomde, en later ook weer naar buiten.
De gebedsruimte is gigantisch groot (schatting: 120 x 40 m), maar was niet helemaal gevuld. Aangezien het Ramadan is op dit moment, had ik dat toch wel verwacht. Maar goed, er waren vele honderden mensen binnen. Daarvan heb ik overigens geen foto's gemaakt.




Toen die allemaal weer naar buiten moesten, veroorzaakte dat een aardige opstopping, want iedereen moet bij het naar buiten stappen zijn schoenen weer aantrekken, wat natuurlijk toch wat oponthoud veroorzaakt.
Als mensen trouwens hun schoenen parkeren voor de ingang van de gebedsruimte, hebben de beheerders daar een heel praktische oplossing voor. Een mannetje met een trekker (waarmee je de vloer dweilt) trekt alle schoenen op een grote hoop, en zoek het maar uit aan het einde van de dienst.
Mijn schoenen werden overigens persoonlijk bewaakt door de ambtenaar bij de hoofdingang. Ik mocht ze in zijn wachthuisje zetten zodat ik me verder niet met mijn schoenen hoefde bezig te houden.




Ook hier doet een mondje Arabisch toch altijd weer wonderen. En al spreek ik het Syrische dialect niet zo best (het wijkt nogal af van het Marokkaans), met Standaard Arabisch kom je ook een heel eind, want iedereen heeft hier op school Standaard Arabisch geleerd.
Misschien kom ik binnenkort nog terug op mijn belevenissen in Damascus, of in Beirut, waar ik donderdag en vrijdag eens ga kijken. Dat wordt dan mijn eerste bezoek aan Libanon.