woensdag, februari 27, 2008

rijden op de pistes gefilmd

Mijn zoons vonden het ook leuk om van al dat gehobbel over die pistes wat bewegende beelden te maken.
Ze hebben wat filmpjes gemaakt. Deze zijn op Youtube te bekijken.
Ze zijn niet zeer spectaculair, maar het geeft een indruk van het rijden op zulke onverharde wegen.

En het onderstaande filmpje is interessant in combinatie met de muziek: the road ahead is empty.
Dat was ie inderdaad. De wegen op het platteland in Marokko zijn meestal zeer stil. Er is niet veel verkeer tussen de dorpen en steden.



Op zeker moment begon het toch wel erg krap te worden met de dieselvoorraad in de tank. En nergens een benzinestation te bekennen. Navraag leerde dat er wel een dorpswinkeltje was dat ook diesel verkocht. Toen heb ik daar maar 5 liter gekocht. Dat was ruimschoots voldoende om in een lange afdaling richting Marrakech het eerstvolgende benzinestation te halen.




Het Zuiden van Marokko wordt als het ware afgeschermd door het Atlasgebergte (de Hoge Atlas). Op de terugweg moesten we via de bergpas Tizi n'Test terug naar het Noorden. Het was al aardig laat, en bijna donker. Ik wilde graag voor het donker de bochtige klim naar boven achter de rug hebben. Dus even pittig doorgereden, uiteraard zonder risico's te nemen. Mijn zoons hielpen mee door ver vooruit te kijken of er tegenliggers aankwamen.




En dit filmpje staat er eigenlijk vooral voor de combinatie van de muziek en de beelden.




Dit filmpje geeft een indruk van de begroeiing waar we tussendoor reden.




In dit filmpje zie je hoe geiten in Zuid-Marokko geoefende boomklimmers zijn. Ze klimmen in de arganiers (argan-bomen, een soort wilde olijf) en eten alles kaal.




In het Zuiden van Marokko ligt een ander gebergte, de Anti-Atlas. Dit filmpje geeft een panorama van het landschap, vanaf een punt met mooi uitzicht naar alle kanten.




Op dit filmpje doen Oscar en Martijn een soort spel in een oude moskee. Ze proberen elkaar op hun digitale camera te betrappen zonder zelf betrapt te worden.




Hier een baggerige piste in de Hoge Atlas bij Oukaïmeden, de wintersportplaats vlakbij Marrakech.




En op dit filmpje is te zien dat zo'n piste niet erg breed is. Een van de jongens heeft dit al rijdend uit het raam gefilmd. Zet het geluid van uw boxen wat zacht want de rijwind maakt flink lawaai.


dinsdag, februari 19, 2008

Selectieve verontwaardiging in Nederland als het over Marokko gaat

De onderstaande tekst werd helaas niet door de Volkskrant geplaatst. Te kritisch tegenover hun eigen (opgeblazen) berichtgeving?

Vrijdag 15 februari meldde de Volkskrant dat een Marokkaanse (onder)minister plannen had ontvouwd om de banden met de buiten Marokko wonende Marokkanen aan te halen. De toon van het artikel was afkeurend en de reacties van de om commentaar gevraagde politici waren ronduit afwijzend.
En wat zagen we vervolgens gebeuren? Het bericht leidde ertoe dat de Nederlandse media over elkaar heen buitelden met hun berichtgeving hierover. Alle noemden zij dezelfde bronnen en reacties, er werd nauwelijks iets toegevoegd aan het openingsartikel van de Volkskrant en het is zeer twijfelachtig of iemand de moeite heeft genomen het (Franstalige) artikel uit Ajourd'hui le Maroc te lezen (in Google als eerste treffer te vinden met de juiste trefwoorden).
Kamerbreed zagen we de politici elkaar overstemmen met hun afkeurende reacties op de Marokkaanse voornemens, diverse ministers deden gepeperde uitspraken en minister Verhagen van Buitenlandse Zaken kondigde aan de Marokkaanse ambassadeur om opheldering te vragen. Uiteraard wijdde Buitenhof er zondagmorgen een item aan.

De vraag rijst wat er nieuw is aan het bericht, maar vooral of de afkeuring en verontwaardiging niet selectief zijn. De gang van zaken riekt naar selectieve verontwaardiging; niet ongebruikelijk waar het Marokko betreft. Zelfs de bouw en levering van drie corvetten aan Marokko door een Nederlandse werf – met alle gunstige economische en financiële aspecten van dien - gaf aanleiding tot de gebruikelijke blinde haattirades tegen Marokko en de islam op Nederlandse websites.

Vorige week deed de Turkse premier Erdogan in Duitsland forse uitspraken die vele malen controversiëler zijn dan de Marokkaanse voornemens. Assimilatie aan de Duitse samenleving door Turkse Duitsers zou volgens Erdogan een misdaad tegen de menselijkheid zijn. Als we dit afzetten tegen de Marokkaanse intenties om 'een beetje cultuur te promoten' rechtvaardigt dit de vraag: waarom is de Turkse ambassadeur vorige week niet door minister Verhagen op het matje geroepen? Is hier geen sprake van selectieve verontwaardiging?

Het beleid van de Marokkaanse regering is al vele jaren gericht op het onderhouden van de band met haar onderdanen in het buitenland. Die tien procent van de Marokkaanse bevolking die in het buitenland woont en werkt, is voor de economie van het land van levensbelang. En voor wie de staat van ontwikkeling van het land kent, is volkomen duidelijk dat het land sterk gebaat is bij het aanhouden van de stroom overmakingen vanuit Europa naar Marokko. De directe en indirecte effecten op de Marokkaanse economie zorgen voor ontwikkeling en broodnodige werkgelegenheid, die op zijn beurt weer essentieel is om het land stabiel (lees: niet fundamentalistisch) te houden. De motieven zijn dus in de eerste plaats economisch.

Het plan omvat ook een culturele component en sociale en economische onderdelen, maar deze zijn in de Nederlandse berichtgeving volledig afwezig. Nieuw is de benadrukking van de culturele component in de plannen, waarbij Marokko zich voorneemt de Arabische taal en Marokkaanse cultuur te onderwijzen aan meer jongeren van Marokkaanse afkomst, en hen educatieve reizen naar Marokko te laten maken.
Is dit zo afkeurenswaardig? Wij hebben de Nederlandse Taalunie die op 200 universiteiten wereldwijd de studie van de Nederlandse taal financieel en inhoudelijk ondersteunt. Beurzen en zomercursussen in Nederland maken onderdeel uit van dat programma. In Parijs hebben we een Nederlands cultureel instituut, in Jakarta hebben we het Erasmushuis en we hebben in acht landen Nederlandse instituten voor het wetenschappelijk en hoger onderwijs. Overigens is Nederland als cultuurzendend land veel minder gedreven dan andere Europese landen.
Groot Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië spenderen elk jaarlijks vele miljoenen aan de wereldwijde verspreiding van hun talen en culturen. En wij staan in Nederland geheel open voor die cultuurzendingsdrang van onze Europese buren want de British Council, de Alliance Française het Goethe‑Institut, het Instituto Cervantes en het Istituti Italiani krijgen in Nederland alle ruimte om hun taal en cultuur uit te dragen. En ook hier zijn er economische factoren in het spel. De cursisten zijn zowel autochtone Nederlanders als Nederlanders met wortels in een van deze culturen. Nergens in de berichtgeving is sprake van een verwijzing naar of vergelijking met deze Europese landen en hun culturele zendingscampagnes.

Ten aanzien van Marokko blijkt er sprake te zijn van selectiviteit in de berichtgeving en de verontwaardiging. Als we kijken naar landen als België en Frankrijk lijkt ook dat de Marokkaanse plannen daar veel minder stof hebben doen opwaaien.

Concluderend: in Nederland wordt te heftig gereageerd op de Marokkaanse plannen, en het heeft er alle schijn van dat louter de woorden ‘Marokko’ en ‘Marokkaans’ (en ook woorden als ‘islam’, ‘moslim’) in de hedendaagse samenleving heel snel leiden tot oververhitte reacties. In het huidige klimaat van polarisatie over verschijnselen als islam, integratie, terrorisme etcetera is juist het slaan van bruggen ter verbetering van het wederzijdse begrip zeer belangrijk. Verhitte discussies gebaseerd op selectieve verontwaardiging dragen aan dat wederzijdse begrip zeker niet bij.

donderdag, februari 14, 2008

Flinke club

Ik kwam op 31 januari weer op het NIMAR aan. En toevallig was op vrijdag 1 februari de complete NIMAR-staf aanwezig.
Die gelegenheid hebben we dus aangegrepen voor een groepsfoto.
Hieronder alle collega's van het NIMAR:



van links naar rechts:
Mohamed Garbaui, docent
Vivian Dassen, stafmedewerker
Choumissa Sadki, docent
Paolo De Mas, directeur
Hélène Kraan, stagecoördinator
Farid El Azzouzi, receptionist
Cynthia Plette, stafmedewerker
Jan Hoogland, onderwijscoördinator

En nog een paar plaatjes van het begin van deze nieuwe periode.
De studenten in het leslokaal tijdens de les Marokkaans. Let op het speelgoed waarover ik eerder al eens heb geschreven.

En op onderstaande foto doet directeur Paolo De Mas de aftrap (na een smadelijke nederlaag van zijn cluppie AZ tegen het Nijmeegse NEC ;-) in de collegecyclus 'Capita Selecta' met een inleidend college over Marokko. Met zijn 35 jaar ervaring in Marokko brengt hij de studenten snel op de hoogte van een aantal thema's die in het hedendaagse Marokko spelen.

Op een Marokkaanse universiteit

Vorige week is het nieuwe onderwijsprogramma op het NIMAR gestart. En dat was een nieuwe mijlpaal want nu kwamen ook de eerste universitaire studenten Arabisch naar het NIMAR. En dat is de doelgroep waarvoor ik in 2002 het NIMAR‑plan was gaan opstellen.
Als onderwijscoördinator van het NIMAR was ik uiteraard aanwezig bij het begin van het programma. Om de docenten te ondersteunen en in te werken (een nieuwe docent voor een aantal vakken), het lesmateriaal klaar te maken en te laten reproduceren etc.
Verder moesten de studenten bij aankomst in Rabat worden opgevangen en naar hun adres in Rabat worden gebracht.
In een paar gevallen moest er wat worden bijgesteld aan het lesmateriaal, ook daar ben ik wat extra uren mee bezig geweest.
Er zijn twee studenten Arabisch van Nederlandse universiteiten, drie studenten Arabisch van de vertaalopleiding van de Lessius Hogeschool te Antwerpen, en één studente met een andere achtergrond: Jacqueline is studente Bedrijfscommunicatie Frans (in Nijmegen) en zij doet twee vakken op het NIMAR maar ze wil ook vakken in het Frans gaan volgen op de faculteit Letteren van de universiteit Mohammed V te Rabat.
Ik had al bijna een jaar contact met Jacqueline over de invulling van haar programma. Steeds vroeg ze me om gegevens om haar programma in te vullen. En steeds zei ik: dat kan ik je nu niet geven, zo gaat dat in Marokko niet, die informatie is niet lang van tevoren bekend. Maar ik verzekerde haar dat het goed zou komen want ik zou samen met haar naar de faculteit gaan om de gevraagde informatie te vragen.

Zo gezegd, zo gedaan. We hadden een afspraak met het hoofd van de afdeling Frans die vertelde wat er aan vakken wordt gegeven in de richting 'communication'. Dat sluit aardig aan bij de studie Bedrijfscommunicatie van Jacqueline. Als toehoorder mocht ze aanschuiven bij een aantal colleges.
Jacqueline vroeg aan de docente welke boeken ze voor deze vakken moest aanschaffen. De docente lachte wat meewarig en antwoordde: “Geen, onze studenten kunnen geen boeken betalen. Ze krijgen dictaten en kopieën, en noteren wat de docent vertelt in het college.”

Toen zouden we ook nog gaan kijken op de plek waar de colleges gegeven worden. Dat is in de universitaire wijk madinat al‑'irfane (stad van het weten). We kwamen bij een studentenflat waar we ook even binnen hebben gekeken. Er is daar een strikte scheiding tussen mannen en vrouwen, en een hoeveelheid cameratoezicht waar Nederlandse studenten helemaal niet goed van zouden worden.
Toen ik daar vroeg naar de faculteit Letteren gebaarde men naar links. Ik vroeg of het te lopen was, en ik de auto daar kon laten staan. Dat was geen probleem. Het was ook heerlijk weer, dus een wandelingetje leek ons wel prettig.
Na zo'n 300 meter hield de weg op, en was er alleen nog een door voetgangers gebaand pad. Op een gegeven moment splitste het pad zich. Er kwamen wat studenten ons tegemoet lopen, en die gaven aan dat de letterenfaculteit links lag. Wij dus naar links. Wat we toen zagen, hadden we nooit verwacht. De achteringang van de faculteit bleek een gat in een muur.
Op de onderstaande foto betreedt Jacqueline de faculteit der Letteren via een 'achterdeurtje'.



Die ingang/uitgang ligt daar omdat veel studenten met de bus naar de faculteit komen, en deze 'ingang' dichter bij de bushalte ligt

Bij de faculteit aangekomen wilde Jacqueline gelijk even haar rooster ophalen. Dat gaat daar ook anders dan in Nederland. Wij zetten hier het rooster op onze website zodat de studenten het kunnen downloaden, printen etc. Zo niet in Marokko. Internet is daar lang niet zo algemeen in gebruik als bij ons, niet bij docenten en niet bij studenten. Daar wordt het rooster opgeprikt in een soort volière en studenten kunnen door het gaas het rooster bekijken en overschrijven.
Dat deed Jacqueline dus ook maar. Ik heb het rooster voor haar ook gefotografeerd.



Een tegenvaller: op vrijdag begint haar college al om acht(!) uur. Dat wordt echt vroeg opstaan dus.
Toen een aardige Marokkaanse studente ons ook nog de zalen had gewezen waar de verschillende colleges worden gegeven, was Jacqueline volledig voorbereid op het volgen van haar eerste Marokkaanse college. Alleen was nog even de vraag wanneer het ging beginnen. "Eind van de week of misschien volgende week, in sha llah". Dat moest Jacqueline nog even zien uit te vinden na mijn vertrek, want ik ging de volgende dag terug naar Nederland.

zondag, februari 03, 2008

drie lange blonde jongemannen in Marokko

Zo was ik dus met mijn drie makkers even in mijn tweede vaderland.
Meestal liepen ze broederlijk gedrieën voorop, en ik als trotse vader erachter.
En ik zag de Marokkaanse jongedames kijken. "Wat zijn ze lang" zag je ze denken.
Oscar is nog volop in de groei, Sam is met 1.85 al een tijdje uitgegroeid, en Martijn is met 1.98 veel te laat gestopt met groeien. Sneu voor hem want het staat een carrière als vlieger bij de luchtmacht in de weg.

Toen we in het Zuiden een keer een fotostop maakten zaten er drie jongedames naast de weg. Het was wat moeilijk communiceren want ze spraken weinig Arabisch (maar vooral Sousse Berbers). Maar ze vonden die drie jongens wel heel leuk (kull-hum zwinin = ze zijn alledrie leuk). Of ze al getrouwd waren, werd er toen gevraagd. Het had nog aardig uit de hand kunnen lopen daar langs de kant van de weg ;-)

De twee oudsten hadden het zwaar. Ze mochten niet rijden in de NIMAR‑auto. Het is niet de bedoeling dat niet‑medewerkers erin rijden.
Overigens zei Martijn, die al aardig wat rijervaring heeft opgedaan, na één dag in Rabat dat hij het wel kon begrijpen. Dat het Marokkaanse verkeer wel iets anders is dan het keurig geregelde verkeer in Nederland.
Onze trip was een aardige test voor de nog steeds bijna nieuwe Hyundai Tucson van het NIMAR. Dat is een bescheiden 4x4, die ook in het drukke stadsverkeer van Rabat nog goed te hanteren is. We zijn namelijk in het Zuiden van Marokko een aantal pistes (onverharde wegen) gaan rijden. In 2000 had ik dat ook al met hen gedaan, en dat vonden ze wel ruig, dus dat gingen we nu weer doen. Ik heb dat rijden op de pistes wel heel rustig aan gedaan. Het is bepaald geen Landrover zo'n Tucson.




Maar dat pisterijden bracht Sam toch op het idee in de voetsporen (of rijsporen?) van zijn vader te gaan treden door een off the road reisorganisatie op te richten. Of het ook gerealiseerd gaat worden is maar de vraag, maar het was in elk geval een spannend plan.
Zo brachten we Oud en Nieuw door in Agadir, op de rand van het zwembad bij ons hotel. De temperatuur was ruim boven de 20 graden, zeker in de zon.
De jaarwisseling hebben we op het strand van Agadir doorgebracht, met onze eigen fles met knalkurk. Er was zowaar een flink professioneel vuurwerk op het strand, dus dat gaf een aardig Nieuwjaarsgevoel.



Terug in Rabat hebben de heren nog even flink souvenirs gekocht: gekopieerde merkhorloges, gekopieerde films op DVD, en in Marrakech hadden ze al djellaba’s (lange mannenjurken met capuchon) gescoord.
Vervolgens gingen de mannen op 5 januari in alle vroegte weer met het vliegtuig naar Nederland, waarna ik nog een ruime week aan het werk kon op het NIMAR.



het leslokaal van het NIMAR was even omgetoverd tot ontbijtzaal