Ik ging een weekje naar het NIMAR om op de winkel te passen terwijl directeur De Mas van zijn welverdiende vakantie kon genieten. Maar er was wel een probleempje: ik zou eigenlijk college moeten geven in Nijmegen. Het semester van september tot december biedt maar heel weinig mogelijkheden om een week te laten uitvallen en later weer in te halen.
Toevallig (maar ook weer niet helemaal toevallig) zijn al mijn colleges in het talenpracticum, een lokaal met voor elke student een computer met internetaansluiting.
En aangezien ik in 2004 zelf de projectleider ben geweest van de invoering van die nieuwe talenpractica, weet ik maar al te goed wat de mogelijkheden zijn van zo'n lokaal.
Ik zag daarom wel mogelijkheden mijn onderwijs vanuit Rabat te geven aan mijn studenten voor de beide colleges luistervaardigheid (tweede- en derdejaars). Aangezien ik voor die colleges dankbaar gebruik maak van Blackboard, dacht ik in eerste instantie aan het gebruik van de 'Virtual Classroom', de chatvoorziening van Blackboard. Maar chatten is toch maar behelpen vind ik, dus keek ik ook naar andere mogelijkheden. Op het NIMAR maken we al zeer uitgebreid gebruik van Skype, telefoneren via het internet. Door met Skype naar Nederland te bellen, kunnen we onze Marokkaanse telefoonrekening beperkt houden.
Ik bedacht daarom dat Skype ook voor het contact met de studenten nuttig kon zijn. Ik heb daarom een paar gebruikersaccounts voor Skype aangemaakt, zodat de studenten die geen eigen account hebben, toch met Skype zouden kunnen bellen met hun docent in Noord-Afrika.
Mijn eerste college, luistervaardigheid voor tweedejaars, is op dinsdagochtend 8.45. Een probleem: in Marokko is het twee uur vroeger. Ik moest dus om 6.45 lokale tijd achter de PC kruipen voor mijn college. Nou ja, voor de goede zaak doe je dat dan maar.
Eerst heb ik contact gelegd met de aanwezige studenten via de chatfunctie van Blackboard. Daar kon ik zien hoeveel van hen de gang naar de collegezaal hadden gemaakt. Het waren er vier. (Normaal wordt dit college gevolgd door acht studenten).
Overigens was het natuurlijk niet noodzakelijk dat ze in het lokaal aanwezig waren. Ze hadden ook thuis achter een PC kunnen zitten.
Vervolgens moest Skype worden gedownload en geïnstalleerd, want dat programma is niet standaard op de computers in het talenpracticum aanwezig. Via de chat bleef ik op de hoogte van de vorderingen, want het heeft toch wel een minuut of 15-20 geduurd voordat Skype bij iedereen functioneerde.
Maar toen waren we ook echt 'on speaking terms' met elkaar want via de optie 'groepsgesprek' konden we allemaal tegelijk met elkaar spreken. En dat met een uitstekende geluidskwaliteit.
Toen kon het college beginnen.
De werkvorm die ik gebruik voor die luistercolleges is als volgt: de studenten beluisteren fragmenten van (radio)nieuwsuitzendingen. Ik geef er een lijstje bij met moeilijke woorden, en een aantal vragen, waarmee ik hen a.h.w. bij de hand neem om het bericht te beluisteren. Als je alle vragen correct kunt beantwoorden heb je het bericht goed begrepen.
Ik ga er vanuit dat studenten thuis die berichten al hebben beluisterd, en hun antwoorden op mijn vragen hebben voorbereid.
Als ik lijfelijk aanwezig ben in het college, laat ik zo'n fragment horen via de boxen in het lokaal, en bespreken we per vraag het antwoord. En ik geef antwoord op vragen van de studenten n.a.v. zo'n fragment.
Voor het college op afstand had ik een andere werkwijze voorbereid: ik had de ideale antwoorden op de vragen nu schriftelijk beschikbaar. Bij elk fragment plakte ik de antwoorden op de vragen in een Announcement in Blackboard. De studenten kregen dan onmiddellijk te zien wat de ideale antwoorden waren. Vervolgens liet ik hen die vergelijken met de antwoorden die ze zelf gevonden hadden, en als er verschillen waren konden ze mij dat melden, en vragen hoe ik aan mijn antwoord was gekomen. Of ze konden aangeven welke passage ze niet goed hadden verstaan.
Door mijn Skypemicrofoon dicht bij mijn eigen boxen te houden kon ik hen vervolgens laten meeluisteren en een toelichting geven op problematische passages. Dit laatste was niet helemaal ideaal, ik zat in een wat ongemakkelijke houding om het microfoontje zo dicht mogelijk bij de boxen te houden.
Maar al met al was dit dus een uiterst werkbare combinatie van het gebruik van Blackboard en Skype voor 'real time onderwijs op afstand'.
Het vereist wat meer voorbereiding om op deze manier college te geven, maar het was wat mij betreft een werkbare vorm. Het was uiterst interactief want we konden gewoon met elkaar spreken en op elkaar reageren, we zagen elkaar alleen niet.
De reacties van de studenten: negatief! Ze waren jaloers dat ik in het zonnige Marokko zat terwijl in Nijmegen de herfst voorzichtig zijn intrede had gedaan.
En als het van Rabat naar Nijmegen kan, moet het ook andersom kunnen! Dat ik (of iemand anders) een keer een les of lezing verzorgt vanuit Nederland voor de studenten op het NIMAR in Rabat. Als de docent een webcam gebruikt, kan met een beamer en een paar boxen in Rabat iedereen zien en luisteren naar wat er aan de andere kant wordt gezegd.
Die dinsdagochtend in Rabat was het misschien maar beter dat ik geen webcam had aangesloten. Ik was ongeschoren en ongewassen uit mijn bed achter de PC gekropen.
Donderdag herhaalde zich ongeveer dezelfde procedure voor de derdejaars, alleen op een wat prettiger tijdstip, 10.45 Marokkaanse tijd.
woensdag, september 26, 2007
Hallo hier Rabat
Van 14 tot 24 september was ik weer even op mijn stek op het NIMAR. En dat gaf wat mij betreft weer volop inspiratie voor mijn blog.
Ik dacht een rustig weekje in Rabat door te brengen, een beetje op de winkel te passen terwijl directeur Paolo De Mas zou genieten van een welverdiende vakantie in Italië.
Dat liep anders. De week liep toch helemaal vol met afspraken, bezoekjes etc. En de aanwezige apparatuur moest ook weer worden nagelopen: satellietontvangers, printer, div. computers, een nieuwe doucheslang etc.
En het was Ramadan in Rabat. Daarover binnenkort een aparte bijdrage.
De weekends heb ik wel rustig aan gedaan. Het eerste weekend heb ik rustig lezend doorgebracht, met ook een paar kleine uitstapjes in de omgeving van Rabat.
Het tweede weekend ben ik naar het bekende (en toeristische) plaatsje Chefchaouen geweest. Daar was ik sinds lange tijd niet geweest, en ik wilde mijn fotoverzameling eens wat updaten daar. En ik had gehoord dat je goed kunt wandelen in de omgeving. Het resultaat daarvan zal ik binnenkort op mijn fotoalbum plaatsen.
Maandag 24 september ging ik weer terug, want op dinsdag 25 september moest ik weer college geven in Nijmegen. Er zijn natuurlijk allerlei redenen te noemen waarom het fijn is weer naar huis te gaan, maar het Marokkaanse zonnetje en temperatuurtje (zo'n 25 graden) mis ik toch wel erg na twee dagen Nijmegen.
Ik dacht een rustig weekje in Rabat door te brengen, een beetje op de winkel te passen terwijl directeur Paolo De Mas zou genieten van een welverdiende vakantie in Italië.
Dat liep anders. De week liep toch helemaal vol met afspraken, bezoekjes etc. En de aanwezige apparatuur moest ook weer worden nagelopen: satellietontvangers, printer, div. computers, een nieuwe doucheslang etc.
En het was Ramadan in Rabat. Daarover binnenkort een aparte bijdrage.
De weekends heb ik wel rustig aan gedaan. Het eerste weekend heb ik rustig lezend doorgebracht, met ook een paar kleine uitstapjes in de omgeving van Rabat.
Het tweede weekend ben ik naar het bekende (en toeristische) plaatsje Chefchaouen geweest. Daar was ik sinds lange tijd niet geweest, en ik wilde mijn fotoverzameling eens wat updaten daar. En ik had gehoord dat je goed kunt wandelen in de omgeving. Het resultaat daarvan zal ik binnenkort op mijn fotoalbum plaatsen.
Maandag 24 september ging ik weer terug, want op dinsdag 25 september moest ik weer college geven in Nijmegen. Er zijn natuurlijk allerlei redenen te noemen waarom het fijn is weer naar huis te gaan, maar het Marokkaanse zonnetje en temperatuurtje (zo'n 25 graden) mis ik toch wel erg na twee dagen Nijmegen.
zondag, september 09, 2007
NOS-journaal 5 sept.: geschreven dialect voor iedereen te begrijpen
Op 7 september worden er parlementsverkiezingen gehouden in Marokko. Ook het NOS-journaal van 8 uur 's avonds besteedde hier aandacht aan op woensdag 5 september.
Nicole Le Fever, de redelijk kersverse Midden-Oosten correspondent van het journaal, was naar Marokko afgereisd om een reportage over de aanloop naar de verkiezingen te maken.
In de reportage sprak zij met de journalist Ahmed Benchemsi, hoofdredacteur van de onafhankelijke weekbladen TelQuel (Franstalig) en Nichane (Arabischtalig).
Benchemsi is namelijk een paar weken geleden weer eens opgepakt en vastgezet, en voor de zoveelste keer werd een oplage van Nichane uit de roulatie gehaald.
Wat was er namelijk gebeurd? Benchemsi had in een commentaar kritiek geleverd op de inhoud van een toespraak van de koning over de ontwikkeling van de democratie in Marokko.
En nu komt het: hij had dat commentaar geschreven in het Marokkaans Arabisch dialect.
En om Nicole Le Fever te citeren: Hij had zijn artikel geschreven in het Marokkaans dialect, zodat iedereen het kon begrijpen.
Dat was voor mij wel een heel gedenkwaardig moment. In het Nederlandse NOS-journaal wordt beweerd dat een artikel in een Marokkaans weekblad geschreven in het dialect door iedereen kan worden begrepen. Impliciet betekent dat natuurlijk dat als het niet in dialect is geschreven maar in 'officieel Arabisch' dat dan niet iedereen het kan begrijpen.
En waarom was het gedenkwaardig voor mij? Omdat ik me al 25 jaar bezighoud met dat onderwerp: het gebruik van het Marokkaans dialect als schrijftaal.
Nu zou ik hier niet willen beweren dat het nu bewezen is omdat mevrouw Le Fever het op de Nederlandse televisie bevestigd heeft, maar het feit dat deze bewering in het journaal wordt gedaan is op zich al een opmerkelijk feit.
Het is misschien niet toevallig dat de voorganger van Nicole Le Fever een schrijver en presentator is die in Nederland inmiddels als hot en helemaal en vogue kan worden bestempeld. Dat is Joris Luyendijk, die met zijn boek 'Het zijn net mensen' een geheel andere kijk op de journalistiek heeft gegeven. En na lezing van dat boek weet je dat je voortaan niet alle berichten van correspondenten even serieus moet nemen. Overigens wist ik dat al vele jaren. Ik keek al naar Al Jazeera ('het andere geluid' uit de Arabische wereld) toen hier nog niemand van die zender had gehoord. Maar goed, op dit punt dus een pluim voor Nicole Le Fever, want volgens mij heeft ze in deze reportage wel degelijk het belangrijkste punt vermeld: door in het dialect te schrijven kon iedereen (die kan lezen) het artikel ook begrijpen.
Het blad Nichane is bijna een jaar oud, het eerste nummer is verschenen in het najaar van 2006, en vanaf het eerste nummer heb ik het met grote belangstelling gevolgd want er wordt vrij veel in Marokkaans dialect in geschreven.
En om dan nog maar even op de inhoud van het gewraakte artikel in te gaan: De titel ervan was: a siyyed-na, ash ka-tqul? Dat betekent zo ongeveer: onze heer (= de koning), wat zeg je nu weer? Benchemsi had als het ware een aantal passages uit een toespraak van de koning 'vertaald' uit het 'officiële Arabisch' (Modern Standaard Arabisch of Klassiek Arabisch) in het dialect. Om vervolgens een aantal keren te constateren dat het vooral deftig klinkende blabla was.
En daarmee had hij een van de heilige huisjes in Marokko met zijn pen aangevallen, en dat wordt nog steeds niet geaccepteerd. Men schrijft niet kritisch over de koning, de Sahara, de islam of het leger. Journalisten die dat wel doen, lopen grote kans zich daarvoor bij de rechter te moeten verantwoorden. De laatste jaren zijn er weinig gevangenisstraffen uitgesproken, maar wel torenhoge boetes en tijdelijke verschijningsverboden voor de bladen.
Overigens was Benchemsi tot een half jaar geleden de hoofdredacteur van maar één blad: TelQuel. Zijn collega Driss Ksikes was toen hoofdredacteur van Nichane. Maar nadat Driss was veroordeeld tot een (gelukkig voorwaardelijke) gevangenisstraf voor het publiceren van een artikel over moppen die door de Marokkaanse bevolking worden verteld, heeft hij besloten de journalistiek vaarwel te zeggen. HIj schrijft nog wel voor buitenlandse bladen, maar niet meer voor binnenlandse.
Hieronder een scan van het gewraakte artikel van Benchemsi.
En als we het dan toch over talen in Marokko hebben: een lezer van deze blog wees mij op een artikel over het Berbers in Marokko op de (Engelstalige) site van Al Jazeera:
http://english.aljazeera.net/NR/exeres/A99236D2-6067-479E-9DB3-4A478B033F60.htm
Nicole Le Fever, de redelijk kersverse Midden-Oosten correspondent van het journaal, was naar Marokko afgereisd om een reportage over de aanloop naar de verkiezingen te maken.
In de reportage sprak zij met de journalist Ahmed Benchemsi, hoofdredacteur van de onafhankelijke weekbladen TelQuel (Franstalig) en Nichane (Arabischtalig).
Benchemsi is namelijk een paar weken geleden weer eens opgepakt en vastgezet, en voor de zoveelste keer werd een oplage van Nichane uit de roulatie gehaald.
Wat was er namelijk gebeurd? Benchemsi had in een commentaar kritiek geleverd op de inhoud van een toespraak van de koning over de ontwikkeling van de democratie in Marokko.
En nu komt het: hij had dat commentaar geschreven in het Marokkaans Arabisch dialect.
En om Nicole Le Fever te citeren: Hij had zijn artikel geschreven in het Marokkaans dialect, zodat iedereen het kon begrijpen.
Dat was voor mij wel een heel gedenkwaardig moment. In het Nederlandse NOS-journaal wordt beweerd dat een artikel in een Marokkaans weekblad geschreven in het dialect door iedereen kan worden begrepen. Impliciet betekent dat natuurlijk dat als het niet in dialect is geschreven maar in 'officieel Arabisch' dat dan niet iedereen het kan begrijpen.
En waarom was het gedenkwaardig voor mij? Omdat ik me al 25 jaar bezighoud met dat onderwerp: het gebruik van het Marokkaans dialect als schrijftaal.
Nu zou ik hier niet willen beweren dat het nu bewezen is omdat mevrouw Le Fever het op de Nederlandse televisie bevestigd heeft, maar het feit dat deze bewering in het journaal wordt gedaan is op zich al een opmerkelijk feit.
Het is misschien niet toevallig dat de voorganger van Nicole Le Fever een schrijver en presentator is die in Nederland inmiddels als hot en helemaal en vogue kan worden bestempeld. Dat is Joris Luyendijk, die met zijn boek 'Het zijn net mensen' een geheel andere kijk op de journalistiek heeft gegeven. En na lezing van dat boek weet je dat je voortaan niet alle berichten van correspondenten even serieus moet nemen. Overigens wist ik dat al vele jaren. Ik keek al naar Al Jazeera ('het andere geluid' uit de Arabische wereld) toen hier nog niemand van die zender had gehoord. Maar goed, op dit punt dus een pluim voor Nicole Le Fever, want volgens mij heeft ze in deze reportage wel degelijk het belangrijkste punt vermeld: door in het dialect te schrijven kon iedereen (die kan lezen) het artikel ook begrijpen.
Het blad Nichane is bijna een jaar oud, het eerste nummer is verschenen in het najaar van 2006, en vanaf het eerste nummer heb ik het met grote belangstelling gevolgd want er wordt vrij veel in Marokkaans dialect in geschreven.
En om dan nog maar even op de inhoud van het gewraakte artikel in te gaan: De titel ervan was: a siyyed-na, ash ka-tqul? Dat betekent zo ongeveer: onze heer (= de koning), wat zeg je nu weer? Benchemsi had als het ware een aantal passages uit een toespraak van de koning 'vertaald' uit het 'officiële Arabisch' (Modern Standaard Arabisch of Klassiek Arabisch) in het dialect. Om vervolgens een aantal keren te constateren dat het vooral deftig klinkende blabla was.
En daarmee had hij een van de heilige huisjes in Marokko met zijn pen aangevallen, en dat wordt nog steeds niet geaccepteerd. Men schrijft niet kritisch over de koning, de Sahara, de islam of het leger. Journalisten die dat wel doen, lopen grote kans zich daarvoor bij de rechter te moeten verantwoorden. De laatste jaren zijn er weinig gevangenisstraffen uitgesproken, maar wel torenhoge boetes en tijdelijke verschijningsverboden voor de bladen.
Overigens was Benchemsi tot een half jaar geleden de hoofdredacteur van maar één blad: TelQuel. Zijn collega Driss Ksikes was toen hoofdredacteur van Nichane. Maar nadat Driss was veroordeeld tot een (gelukkig voorwaardelijke) gevangenisstraf voor het publiceren van een artikel over moppen die door de Marokkaanse bevolking worden verteld, heeft hij besloten de journalistiek vaarwel te zeggen. HIj schrijft nog wel voor buitenlandse bladen, maar niet meer voor binnenlandse.
Hieronder een scan van het gewraakte artikel van Benchemsi.
En als we het dan toch over talen in Marokko hebben: een lezer van deze blog wees mij op een artikel over het Berbers in Marokko op de (Engelstalige) site van Al Jazeera:
http://english.aljazeera.net/NR/exeres/A99236D2-6067-479E-9DB3-4A478B033F60.htm
Abonneren op:
Posts (Atom)