woensdag, december 14, 2005

post van Mark Rutte

Het is zover! De langverwachte subsidiebrief is binnen. De Radboud Universiteit heeft nu de formele toezegging binnen dat de subsidie is verleend.

De brief was al mondeling aangekondigd maar toch, om echt aan de slag te kunnen gaan en verplichtingen aan te kunnen gaan was toch echt die brief nodig.

In 2006 zal het NIMAR worden opgericht en geopend (in sha llah ;-)

Binnenkort meer hierover.

woensdag, november 30, 2005

Nog een Weblog

Op een andere plek ben ik nog een weblog begonnen. Daarin reageer ik op de columns van Kees Beekmans in de Volkskrant over zijn inburgeringsproces in Marokko. Deze blog is te vinden op Marokko.volkskrantblog.nl

Bijna rond!

Inmiddels is geregeld dat de Radboud Universiteit de beheerder gaat worden van het NIMAR.
Maar we hebben nog steeds niet zwart op wit dat het geld waarme het instituut kan gaan starten ook beschikbaar is. Maar mondeling zijn er wel al toezeggingen gedaan door functionarissen van het ministerie van OC&W.
Ik twijfel er dan ook absoluut niet aan dat het NIMAR er gaat komen.
De subsidiebrief is voor het eind van dit jaar aangekondigd, dus vermoedelijk binnenkort een definitief positief bericht.

zaterdag, november 19, 2005

Nederlandse drukte in Marrakech

Zoals ik al schreef was het druk met Nederlanders in Marrakech de afgelopen dagen. Nu, donderdag 17 november, zijn ze bijna allemaal weer vertrokken. Van ‘hoog’ naar ‘laag’ een opsomming van de Nederlandse passanten:
- pins Willem Alexander en prinses Máxima
- de staatssecretarissen Medy van der Laan van Cultuur en Atzo Nicolaï van Buitenlandse Zaken
- diplomaten van de Nederlandse ambassade in Rabat en de Nederlandse honorair consul
- het bestuur van de Stichting Marokko-Nederland 400 jaar
- deelnemers aan het wetenschappelijk congres over water in Nederland en in Marokko (daar hoorde ik ook bij)
- leden en gevolg van de muziekgroep Fra Fra Sound, die hebben opgetreden in Marrakech, bijgewoond door o.a. de prins en prinses en staatssecretaris Nicolaï
- Nederlandse kunstenaars van wie werk (moderne kunst) is tentoongesteld op twee zeer historische locaties in Marrakech
- een groep jongeren uit Nederland, bij elkaar gezocht en begeleid door mensen van Forum
- veel leden van de schrijvende en filmende pers
- leden van de Nederlandse kolonie in Marrakech (slechts enkele personen)
- anderen die ik misschien nog vergeten ben.
Persoonlijk heb ik alleen het ‘watercongres’ meegemaakt en het concert van Fra Fra Sound en een paar recepties ter gelegenheid van al deze activiteiten.
Mij was het vooral te doen om de gesprekken in de wandelgangen (waarover later meer). Als taalkundige weet ik natuurlijk niet veel meer van water dan elke gemiddelde Nederlander. Er waren wel enkele bijdragen over water in de taal of in de literatuur, maar het overgrote deel van de lezingen ging over de technische aspecten van water. Ten eerste natuurlijk watermanagement. Het is evident dat Marokko en Nederland hier eigenlijk tegenpolen zijn. Waar wij in Nederland moeten proberen het water zo snel mogelijk in zee te lozen, proberen de Marokkanen met man en macht het water binnen te houden en juist niet in zee terecht te laten komen. De technici zien hier in elk geval mogelijkheden tot uitwisseling van kennis. Kortom, ik heb toch van alles geleerd over water. Zo stond ik ’s ochtends onder de douche me af te vragen of al die toeristen in Marrakech met hun douches, baden en zwembaden niet een onevenredig groot deel gebruiken van het toch schaarse drinkwater (dat overigens nogal chlorig smaakt en dus nauwelijks gedronken wordt door de toeristen). Nog dezelfde dag werd deze vraag door een van de collega’s met een onomwonden ‘ja’ beantwoord. De toeristen in de vele vier- en vijfsterrenhotels gebruiken inderdaad heel erg veel water. En er wordt in Marokko nauwelijks gedaan aan rioolwaterzuivering. Het meeste rioolwater gaat zo de rivieren of de zee in. Een klein beetje wordt gezuiverd, en dan soms gebruikt voor irrigatie. Dat lijkt zo voor de hand te liggen in een land waar het water zo schaars is. Maar gezuiverd rioolwater mag niet gebruikt worden voor landbouwgewassen die op de markt verkocht zullen worden. “Waar dan wel voor?” vraag ik me dan af.
Op dinsdagmiddag was er als afsluiting een ‘table ronde’ waarbij verschillende sprekers ideeën konden aandragen voor een voortzetting van de contacten en het starten van eventuele nieuwe initiatieven. Bij deze gelegenheid heb ik ook een korte presentatie gegeven van de plannen voor het NIMAR, alsmede een beschrijving van de huidige stand van zaken. Hierbij heb ik benadrukt dat het NIMAR kan fungeren als liaison of coördinatiepunt voor alle mogelijke vormen van samenwerking. Wie een idee heeft voor een gezamenlijk project, kan bij het NIMAR langskomen om hierover te praten en het minste wat men dan kan verwachten is dat er zal worden gezocht naar een partner aan de ‘andere kant’. Het instituut zal zich daarbij dienstbaar en ondersteunend opstellen. Ik heb samenvattingen in het Nederlands en het Arabisch verspreid waarin de aanwezigen kunnen lezen wat de plannen voor het instituut precies inhouden. Deze twee samenvattingen zijn ook op de website van het NIMAR te lezen.
Uit enkele berichten van het thuisfront heb ik begrepen dat vooral de activiteiten van het prinselijk paar de Nederlandse huiskamers hebben bereikt. De maandagochtend was de enige gelegenheid waarbij die activiteiten samenvielen met mijn activiteiten bij de opening van het congres. Wie watermanagement zegt denkt automatisch aan… onze kroonprins, dus kwam hij maandagochtend de show stelen. Gezien de hoeveelheid pers die hierbij aanwezig was kun je dat gerust zo stellen. Het werd een show met cameraploegen die door de zaal heen en weer liepen, minstens drie ploegen. Probeer dan je aandacht maar eens bij de spreker te houden, da’s niet eenvoudig.
Een andere constatering, die niets te maken heeft met de inhoud van dit alles: Alle Marokkaanse collega’s beschikken over een mobiele telefoon, net als wij natuurlijk. Alleen zetten wij onze telefoon uit of op trillen als we naar een vergadering of lezing gaan. Zo niet (de meesten van) onze Marokkaanse collega’s. Die laten hun telefoon gewoon overgaan. In een geval werd zelfs een spreker op het congres gestoord door zijn GSM die overging! En enkeling gaat zelfs zover om tijdens de lezing de telefonische oproep ook nog te beantwoorden.
Verder de ‘gewone’ zaken tijdens een congres: wisselende niveaus van presentaties, zowel qua inhoud als qua wijze van presenteren. Sessievoorzitters die hun taak (tijd bewaken) niet goed doen en de boel dus uit de hand laten lopen zodat iedereen aan het eind van de dag helemaal gaar is geworden. Powerpoint presentaties waarbij veel te veel tekst op de slides is gezet, of veel te veel kleurtoeters en animatiebellen. Maar dat was niet typisch voor dit congres, dat zie je altijd.
De wandelgangen, die waren voor mij op voorhand al als belangrijk bestempeld. Dan kom ik dus terug op de gesprekken met de collega’s en sommige hoogwaardigheidsbekleders. Die gesprekken hebben weer een aardige stapel nieuwe visitekaartjes opgeleverd. Dat is in elk geval een tastbaar resultaat van alle gesprekken. Dat geeft wel weer het probleem van het ordenen van die kaartjes. In welke categorie moet ik die of die persoon nu weer plaatsen? Ik heb o.a. de categorieën Marokkanen in Marokko, Marokkanen in Nederland, Nederlanders in Nederland, Nederlanders in Marokko, overige buitenlanders in Marokko etc. Een database zou wel zo handig zijn, maar een heidense klus om al die telefoonnummers, E-mail adressen etc. te gaan invoeren. Laat ik daar maar mee wachten tot er een secretaresse voor het instituut beschikbaar is.
Dan de gesprekken in de wandelgangen dus. Ik heb gesproken met de Nederlandse collega’s van andere universiteiten die graag met het NIMAR willen gaan samenwerken. Voor hen had ik de geruststellende boodschap dat het NIMAR er voor iedereen zal zijn en zeker niet alleen voor Nijmegen. En niet alleen voor de taalkundigen en arabisten, maar ook voor de sociaal wetenschappers. Die gesprekken zullen zeker thuis worden gecontinueerd. Verder waren er de gesprekken met Marokkaanse collega’s. Die variëren van ‘nogal vaag’ over samenwerking op het terrein van ‘iets met bewustwording over water’ tot heel concrete gesprekken over het geven van cursussen Nederlands aan een van de Marokkaanse universiteiten. Daarover ga ik snel met de Nederlandse Taalunie praten. Dan werd ik ook nog aangeklampt door diverse Marokkaanse studenten. Die willen ook wel ‘iets’ met Nederland. En als je weet dat minstens 80% van de Marokkaanse jongeren graag naar Europa zou vertrekken, is dat zeer begrijpelijk. Zeker als daar dan een Nederlander zit te verkondigen dat het NIMAR (o.a.) als taak krijgt om Marokkaanse studenten te werven voor het Nederlandse hoger onderwijs. Maar hun ideeën waren nog niet erg concreet. Hen heb ik geadviseerd om eerst te zorgen dat ze op een hoog niveau Engels beheersen, want met Frans en Arabisch kun je in Nederland niet veel als je een stage wilt of een (Engelstalige) master. Het gaat wel beter met de beheersing van het Engels in Marokko trouwens. Men ziet hier ook dat je je niet alleen op het Frans en op Frankrijk moet blijven richten.
De gesprekken met de Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders waren kort maar nuttig denk ik. De belangrijkste conclusie is voor mij dat iedereen op dat niveau bekend is met het NIMAR-plan. Dat lijkt ook logisch natuurlijk. Als de ene staatssecretaris in de Kamer en in de pers aankondigt dat er op korte termijn een instituut in Marokko zal komen, dan zouden de andere staatssecretarissen daarvan op de hoogte moeten zijn. En dat was dus gelukkig ook het geval. Ik heb wel benadrukt dat er naar mijn mening wat meer aandacht moet komen voor het uitdragen van de Nederlandse taal en cultuur in Marokko. Voor de andere buitenlandse instituten is dat zo ongeveer hun enige taak en wij zouden een vreemde eend in de bijt zijn als we daar nauwelijks iets aan zouden doen. Medy v.d. Laan stond hier volgens mij wel positief tegenover en verwees me (uiteraard) naar haar ambtenaren. En ook met een van de ambtenaren van Buitenlandse Zaken is de afspraak gemaakt dat we spoedig in Den Haag hierover verder spreken.
Vervolgens heb ik verschillende gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van organisaties uit ‘het veld’. Daarmee bedoel ik de organisaties die de verschillende culturele activiteiten hebben georganiseerd of begeleid en andere organisaties die op een of andere manier bijdragen aan het verbeteren of onderhouden van de betrekkingen tussen Nederland en het buitenland. Met hen heb ik vooral gesproken over de rol die het NIMAR kan spelen bij het continueren van alle contacten en activiteiten die in dit feestjaar 2005 in gang zijn gezet. We moeten zien die ontwikkeling gaande te houden, daarover zijn we het allemaal eens.
Last but not least heb ik wat gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de pers. Dat varieerde van een ‘echt interview’ met de Groene Amsterdammer, tot de afspraak met diverse andere journalisten dat ik hen op de hoogte zal houden van de ontwikkelingen m.b.t. de oprichting van het NIMAR. De journaliste van de Groene wil iets schrijven over het brede kader van de samenwerking Nederland-Marokko, de effecten van het feestjaar en de vraag hoe dit alles gecontinueerd kan worden. Kortom, ze gaat de diepte in. De overige journalisten werken voor dagbladen of audio-visuele media, en kunnen beter iets doen bij de feitelijke oprichting of opening van het instituut.
Ten slotte wil ik ook via dit medium de bestuursleden van de Stichting Marokko-Nederland 400 jaar bedanken voor hun tomeloze inzet de afgelopen jaren. Zij hebben iets in gang gezet dat hopelijk zal worden voortgezet. En aan die voortzetting zal het NIMAR een wezenlijke bijdrage kunnen leveren. Zo kunnen de verschillende initiatieven leiden tot een gezamenlijk doel: verbetering van de contacten tussen Nederland en Marokko op diverse niveaus, en een verbetering van de beeldvorming over en weer.
Wordt vervolgd!

woensdag, november 16, 2005

prinsen en staatssecretarissen in Marrakech

Deze dagen vinden er in Marrakech allerlei Nederlandse activiteiten plaats.
Het watercongres i.h.k.v. het Nederland-Marokko jaar. Het oncgres is geopend door de kroonprins Willem Alexander, met in zijn kielzog een heleboel pers. Het resultaat is op div. journaals te zien geweest.
Verder zijn hier de staatssecretarissen Medy v.d. Laan en Atzo Nicolaï. Zij zijn hier om div. culturele activiteiten in te luiden. Die activiteiten vinden ook plaats i.h.k.v. het feestjaar.
Ik probeer hier zoveel mogelijk mensen te spreken om het plan van het instituut bekend te maken, en support te krijgen bij de beleidsmakers.
Binnenkort meer hierover.

maandag, oktober 24, 2005

interview met Mark Rutte in Transfer

Kop: Rutte Maakt haast met steunpunt in Marokko.

 

[enkele fragmenten uit het interview]

Dat 'iets' in Turkije en Marokko moet "NESO‑achtige elementen" krijgen ‑ dat wil zeggen: de nog op te zetten kantoren moeten, net als de al bestaande NESO's, informatie gaan verstrekken over het Nederlandse hoger onderwijs en studenten gaan werven om in ons land te komen studeren. De Turken en Marokkanen die op die manier naar Nederland komen, moeten volgens Rutte onder meer "een inspirerende werking hebben op Turken en Marokkanen in Nederland; ze moeten hen stimuleren om ََk door te gaan naar het hoger onderwijs". Want dat is Ruttes ideaal: meer allochtonen die met succes het Nederlandse hoger onderwijs doorlopen.

Daarnaast moeten de kantoren ‑ dus toch ‑ een rol gaan spelen in de "dialoog islam‑christendom". Want hoewel de staatssecretaris zoals gezegd angstvallig uit de buurt blijft bij alles wat maar zou kْnnen leiden tot een stigmatiserende verwijzing naar moslimterrorisme, hij wil wel toegeven dat de verhoudingen ‑ ook die in Nederland ‑ gebaat zijn bij meer begrip tussen de westerse en de moslimwereld.

 

Als alles volgens plan gaat, zal vooral het begrip van en voor het Marokkaanse deel van de moslimgemeenschap snel toenemen, want het NESO‑achtige kantoor in Marokko moet al over een paar maanden open gaan. Zoals Rutte optimistisch aankondigt: "In 2006 draait het." In welke stad het kantoor wordt gevestigd, is evenwel nog niet duidelijk. "Er zijn contacten met de universiteit in Casablanca, maar het kan ook dat we in de hoofdstad Rabat gaan zitten, of in die andere stad, hoe heet die ook alweer, Tanger."

Rutte zegt de precieze taken van de nieuw op te zetten onderwijssteunpunten vooraf niet al te veel te willen vastleggen.

"Laten we eerst maar een beetje experimenteren en dan kijken hoe het uitpakt." Toch wil hij de zaken ook weer niet لl te experimenteel aanpakken. De suggestie van Transfer om de nieuwe kantoren bijvoorbeeld uit te rusten met een bibliotheek of een concertzaal, net zoals het Goethe‑Instituut en Maison Descartes, die respectievelijk de Duitsen en Franse cultuur in het buitenland bevorderen, gaat hem te ver.

 

 

vrijdag, oktober 21, 2005

fact finding in Marokko



Nuttige week geweest. Met veel mensen gesproken, o.a. van verschillende instituten van andere landen die in Rabat gevestigd zijn: Goethe Instituut, Cervantes (Spaans), Italiaans instituut, Oostenrijks instituut. Dat heeft duidelijk gemaakt dat de meest ideale constructie is dat er een akkoord komt tussen Nederland en Marokko over de instelling van het instituut. Daarbij is dan nog de vraag of het wordt gelieerd aan de Nederlandse ambassade. Dat is iets waarover vooral het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken moet beslissen.
Op de Nederlandse ambassade in Rabat is men positief geïnteresseerd .


Ook een ontmoeting gehad met enkele spraakmakende Nederlanders in Marokko, waaronder een Nederlands parlementslid. Met dit groepje gedineerd in een hip Marokkaans café-restaurant waar ze zelfs draadloos internet hebben. Vandaar dat dit bericht verzonden kon worden. Ook hippe live-muziek in dat restaurant van een gnaoua-groep (traditionele Marokkaanse ritmische muziek) in combinatie met een soort techno door een man met een synthesizer en toegevoegde elektronische percussie. Zeer interessant. Ook het publiek was er interessant. Het betreft lounge bar Le Grand Comptoir, Boulevard Mohammed V nr. 279 te Rabat.
De technische ontwikkeling staat ook in Marokko niet stil. Vroeger moest ik op het postkantoor een telefoontje naar Nederland aanvragen. Nu heb je (al weer een aantal jaren) overal bereik voor je GSM. En nu dus wireless internet op diverse plaatsen. Gelukkig staat de technische ontwikkeling hier ook niet stil. Alleen is het trieste dat miljoenen Marokkanen daar helemaal geen weet van hebben omdat ze die mogelijkheden nooit zullen kunnen benutten.

woensdag, oktober 19, 2005

De voorgeschiedenis

In april 2002 was ik samen met mijn toenmalige collega Joris Rijbroek en een groep studenten in Marokko voor de tweejaarlijkse studiereis van ons instituut. (Er is een uitgebreide website met foto's en video van die studiereis www.let.ru.nl/~j.hoogland/studiereis2002 ).

Tijdens die studiereis maakte één van de studenten (Marjolein) de terechte opmerking dat het eigenlijk heel oneerlijk is dat studenten die tijdens hun studie een poosje naar Egypte gaan, daar in een gespreid bedje terechtkomen (gratis onderwijs geregeld en bij terugkomst erkend, onderdak, begeleiding), terwijl studenten die naar Marokko willen juist alles zelf moeten uitzoeken en bij terugkomst maar moeten afwachten of ze ook nog studiepunten krijgen voor wat ze in Marokko hebben gedaan.

Mijn reactie was: "Daar heb je gelijk in, dat heb ik ook altijd al gevonden, en daar gaan we nu wat aan doen." Daar kwam nog bij dat we bij onze omzwervingen door Fes (zie bovengenoemde website) prachtige historische huizen zagen in de middeleeuwse oude stad (medina) van Fes, die voor een prikkie te koop waren. Joris en ik zeiden tegen elkaar: "Wat zou het mooi zijn als we in zo'n pand een instituut zouden kunnen vestigen".

Na terugkomst van de studiereis zijn we met het plan aan de slag gegaan. Wat ideeën op een rijtje gezet en eens langs geweest bij CvB‑lid Jan Peters (oud hoogleraar Arabisch). Jan adviseerde ons het idee breder te maken door het instituut wat meer taken te geven dan alleen maar het faciliteren van hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Jan zei: "Daarmee kopieer je alleen maar het instituut in Cairo, en dan sta je niet sterk".

Zo gezegd zo gedaan. We hebben de plannen breder gemaakt. In het najaar van 2003 had ik een sabbatical en in die periode heb ik het plan compleet geschreven. Mijn collega Joris was toen inmiddels van werkgever veranderd, en volgde de ontwikkelingen van een afstandje.

Begin 2004 lag er dus een redelijk compleet uitgewerkt plan voor een instituut dat allereerst onderwijs en onderzoek zou ondersteunen, maar dat ook een aantal meer maatschappelijk georiënteerde taken zou krijgen, en ook wat culturele taken.

En toen leuren met de plannen. De universiteiten hadden geen geld. De bestaande instituten handhaven met het bestaande budget was al een hele toer, het was niet mogelijk het aantal instituten uit te breiden.

Uiteindelijk ging het er natuurlijk om een zak met geld te vinden want de ideeën waren alleen te verwezenlijken als er financiering gevonden zou worden. Vele potentiële afnemers en partners waren enthousiast over de inhoud van de plannen en de noodzaak van zo'n instituut was ook duidelijk. De moord op Theo van Gogh en de aanwezigheid van de Hofstadgroep in Nederland maakten duidelijk dat er een kloof dreigde te ontstaan binnen de Nederlandse samenleving. Een instituut zou kunnen bijdragen aan het bouwen van bruggen over die dreigende kloof.

Desalniettemin was de zak met geld nog steeds niet gevonden. Sterker nog, najaar 2004 begon ik erg pessimistisch te worden. Ik had het gevoel aan een dood paard te staan trekken. Maar toen ineens in november liep ik een hoge ambtenaar van het ministerie van OC&W tegen het lijf, en die zag wel wat in de plannen. Later bleek dat men op het ministerie ook was begonnen met nadenken over de mogelijkheden tot het dichten van de dreigende kloof. Zie hiervoor het interview met staatssecretaris Mark Rutte op de site van het NIMAR.

Zo kwam ik dus in gesprek met het ministerie van OC&W, en werd duidelijk dat er toch draagvlak leek te bestaan. In het voorjaar van 2005 was de bedoeling dat we een overleg zouden hebben op het ministerie met potentiële stakeholders, om te onderzoeken of er voldoende draagvlak was om tot oprichting van een instituut in Marokko te komen.

Tot op 22 juni staatssecretaris Mark Rutte in de Kamer ineens uitspraken deed over instituten rond de Middellandse Zee. Hij zou Damascus, dat op dat moment in zijn bestaan werd bedreigd, openhouden en er zouden instituten in Marokko en Turkije bijkomen.

Dat was even schrikken. Vrienden en collega's vroegen: "Gaan ze nou met jouw plan aan de haal?" "Nee hoor" zei ik met een gevoel van trots, "mijn invloed reikt tot in het kabinet".

Feit is dat ik de politieke wind mee kreeg. Er volgde een overleg op OC&W, waar werd afgesproken dat ik de plannen zou herzien. Maar eerst ging ik op vakantie.

Toen ik terugkwam vernam ik van de interim‑directeur van Damascus dat op het ministerie werd gezegd dat 'Marokko' in januari 2006 (dus zo'n 5 maanden later) operationeel moest zijn. Dat was weer even schrikken. De politieke meewind nam nu toe tot orkaankracht.

In oktober kreeg ik het interview met Mark Rutte in Transfer onder ogen, en ook daaruit bleek dat het de staatssecretaris ernst is, en dat hij haast heeft. Het interview bleek afgenomen terwijl ik nietsvermoedend op vakantie was.

Inmiddels is ook vrijwel rond dat mijn eigen universiteit, de Radboud Universiteit in Nijmegen, penvoerder zal worden voor het NIMAR. Dat betekent dat de RU het beheer en bestuur voor het instituut op zich neemt.

En zo zijn we bij het heden aangeland. Formeel moet het ingediende plan nog worden goedgekeurd, maar gezien de haast van de staatssecretaris lijkt dit slechts een formaliteit.

Binnenkort meer over de ontwikkelingen.

donderdag, oktober 13, 2005

voorbereidende trip naar Marokko

Van 17 tot 22 oktober ga ik naar Marokko als voorbereiding op de oprichting van het NIMAR.

Overleg met de ambassade in Rabat, oriënteren op de huizenmarkt en eens kijken bij andere buitenlandse instituten in Marokko.

Nadere berichten volgen vanuit Marokko.

 

woensdag, oktober 12, 2005

Plan voor instituut naar het ministerie gestuurd

Woensdag 12 oktober 2005

Gisteren de herziene versie van het businessplan NIMAR naar het ministerie van OC&W verzonden.

Van de voorzitter van het CvB vernomen dat in overleg met het ministerie het penvoerderschap is geregeld. De Radboud Universiteit Nijmegen wordt penvoerder van het NIMAR.

Vandaag kreeg ik een kopie van een interview met Mark Rutte in Transfer.

Die doet daar een paar heel concrete uitspraken over het instituut (onderwijssteunpunt) in Marokko:

Deze kantoren moeten bijdragen aan “begripsvorming” tussen de westerse en de moslimwereld.

Ook hoopt Rutte, door studenten uit landen als Turkije en Marokko naar Nederland te halen, meer Nederlandse allochtonen te stimuleren om óók naar het hoger onderwijs door te gaan.

Wat Rutte voor ogen heeft, is een hele keten van Nederlandse onderwijssteunpunten in het gebied ronde de Middellandse Zee. Hij somt op: “We zitten al in Cairo, we zitten in Damascus, en de ambitie is om ook in Turkije en Marokko iets te gaan opzetten.”

De nog op te zetten kantoren moeten informatie gaan verstrekken over het Nederlandse hoger onderwijs en studenten gaan werven om in ons land te komen studeren.

Daarnaast moeten de kantoren een rol gaan spelen in “de dialoog islam-christendom”.

Als alles volgens plan gaat, zal vooral het begrip van en voor het Marokkaanse deel van de moslimgemeenschap snel toenemen, want het NESO-achtige kantoor in Marokko moet al over een paar maanden open gaan. Zoals Rutte optimistisch aankondigt: “In 2006 draait het.”

Rutte zegt de precieze taken van de nieuw op te zetten onderwijssteunpunten vooraf niet al te veel te willen vastleggen. “Laten we eerst maar een beetje experimenteren en dan kijken hoe het uitpakt.”

Op de NIMAR-website staat een pdf-bestand van het gehele artikel.

weblog oprichting NIMAR

Via deze weblog zal ik regelmatig verslag doen van de vorderingen bij de realisering van het Nederlands Instituut in Marokko (NIMAR).

Op verzoek van het ministerie van OC&W werk ik een plan uit dat moet resulteren in een businessplan voor dat instituut.

Voor de site van het NIMAR: www.let.ru.nl/~j.hoogland/NIMAR