maandag, november 04, 2024

Nederland kan niet zonder academische opleidingen in de zogenaamde ‘kleine talen’.

Ik was nog bezig een stuk te schrijven over het maatschappelijk belang van studies Arabisch, Chinees en andere wereldtalen toen afgelopen vrijdag een uitstekend pleidooi van gelijkestrekking verscheen in NRC, geschreven door mijn Groningse collega Pieter Nanninga.

Vrijwel alle maatschappelijke sectoren die Nanninga noemt kwamen ook in mijn concept voor. Mijn stuk verloor daardoor zijn relevantie en zou vermoedelijk door geen enkele redactie meer geplaatst worden. Ik ben dus gestopt met schaven aan mijn tekst.

Twee sectoren die ik wilde noemen komen niet (of zeer globaal) in het pleidooi van Nanninga voor. Toevallig twee sectoren waar ik zelf al vele jaren intensief aan werk. Ik wil daarom die twee passages hier als aanvulling onder de aandacht brengen:

Nederland heeft behoefte aan vertalers en tolken. Zij zijn onontbeerlijk voor de overheid en de rechtspleging, voor het bedrijfsleven en voor de culturele sector. Talloze romans zijn in de afgelopen decennia vertaald uit het Arabisch. Ook enkele Nederlandse literaire werken zijn in het Arabisch vertaald. Deze culturele uitwisseling is niet mogelijk zonder goed opgeleide vertalers.

Deskundigheid op het terrein van de talen uit bijv. Marokko en Turkije is ook belangrijk voor de Nederlanders met een migratie-achtergrond, uit beide genoemde landen samen bijna 1 miljoen. Het is noodzakelijk dat de talen uit deze landen in Nederland op academisch niveau worden onderwezen en bestudeerd. Het zijn de academici die woordenboeken in deze talen samenstellen. Deze woordenboeken zijn onmisbare tools bij het leren van de thuistaal of het Nederlands, en dus bij de inburgering.

De genoemde literaire vertalingen, woordenboeken en andere wetenschappelijke publicaties spelen een rol bij de publieksdiplomatie ten bate van de BV Nederland, een onderdeel van de diplomatie dat sterk in belang is toegenomen in de afgelopen 20 jaar.

En ik wil hier nog een keer benadrukken dat al deze argumenten (en die van Nanninga) niet alleen gelden voor de MENA-regio (Middle East and North Africa), maar ook voor andere regio’s in de wereld. Academisch opgeleide taalspecialisten zijn nodig in al de genoemde maatschappelijke sectoren.

 

Geen opmerkingen: