Het stuk van Kees van 9 augustus vraagt wel om een reactie. De titel 'Marokko op de site' deed het misschien niet vermoeden, maar het was toch vooral een lofzang op mijn verdiensten als arabist.Toen ik de eerste versie van dat stuk las moest ik echt even slikken. Bescheiden als ik ben, moest ik even wennen aan het idee dat duizenden mensen die lofzang op mij zouden lezen, gelukkig op een moment dat ik zelf lekker met vakantie zou zijn.
Maar goed, het is prettig als je werk wordt gewaardeerd want feitelijk is dat ook waarvoor ik mijn verschillende 'levenswerken' heb gerealiseerd. Een cursus Marokkaans, een set woordenboeken, het zijn dingen waar mensen iets aan kunnen hebben, en ik kan daarmee mijn kennis ordenen en overdragen.En het Nederlands Instituut Marokko (NIMAR) is ook zoiets. Mensen uit Nederland en Marokko kunnen via het NIMAR zorgen voor een intensivering van de wederzijdse contacten en het wederzijds begrip.
Het reageren op de stukken van Kees was zeker in het begin leuk, Kees was nog nieuw in Marokko, en begaf zich hortend en stotend op het pad van het leren van het Marokkaans Arabisch. Ik ben een taalfreak en moest daar dus op reageren. Later is Kees verder gegaan met mijn boek, waarbij hij gretig gebruik maakte van mijn regelmatige verblijven in Rabat voor extra uitleg. En het was leuk om te zien hoe hij vorderde, als we samen een terrasje pikten. Of een keer een film in het Marokkaans Arabisch, waarbij ik zelf ook alle zeilen moest bijzetten om het te volgen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten