Op 14 mei 2019 werd in Leiden een klein congres
gehouden naar aanleiding van de herdenking dat op dezelfde datum in 1969 een
wervingsakkoord tussen Nederland en Marokko werd getekend, dat het begin van de
Marokkaanse migratie naar Nederland markeert.
Ik heb toen een lezing gegeven over het onderwijs in en onderzoek naar het
Marokkaans Arabisch (Darizja) aan Nederlandse universiteiten. Hieronder volgt
een ingekorte uitgeschreven versie van die lezing.
Inhoud:
1. Onderwijs Marokkaans Arabisch in periodes
2. Onderwijs Marokkaans Arabisch per universiteit
3. Persoonlijke historie
4. Onderwijsmodellen
5. Lesmateriaal Marokkaans Arabisch
6. Onderzoek
7. Een nieuw woordenboek Marokkaans Arabisch in 2020?
8. Suggesties voor onderzoek
1 Onderwijs Marokkaans Arabisch in periodes
Het onderwijs Marokkaans Arabisch aan Nederlandse
universiteiten kan worden verdeeld in drie periodes:
· 1973 – 1983: Een
pionier, Roel Otten in Utrecht. (Vanaf 1969 was hij bezig met Marokkaans, dus
nu ook exact 50 jaar geleden, en hij is nog altijd actief, zie paragraaf 7.)
· 1984-2006: De
pionier kreeg navolging: Nijmegen (1984), Leiden (1985), VU (2003).
· 2007 – heden:
NIMAR in Rabat kwam erbij
2 Onderwijs Marokkaans Arabisch per universiteit
Aan de volgende NL universiteiten werd/wordt Marokkaans
gegeven:
- Utrecht
- Nijmegen
- Leiden
- VU Amsterdam
beginjaar eindjaar
Utrecht 1973 2003
Nijmegen 1984 2010(?)
Leiden 1985 2019........
VU 2003
2019.........
NIMAR 2007 2019.........
Universiteit Utrecht: 1973 tot 2003.
In 1973 is Roel Otten aan de Utrechtse universiteit
begonnen Marokkaans Arabisch te doceren. Roel zag het als een lacune die gevuld
moest worden. Arabisch moest niet uitsluitend als een sacrosancte taal
bestudeerd worden. Er werd Marokkaans Arabisch gesproken in de Utrechtse
straten. En zo werd Marokkaans in het studieprogramma geïntroduceerd. Zijn
toenmalige collega Remke Kruk steunde dit van harte en zij en Roel Otten waren
daar vrij autonoom in.
Het onderwijs Marokkaans Arabisch voorzag ook in een
maatschappelijke behoefte. In het begin kwamen naar de lessen Marokkaans (die
met opzet in de avonduren gegeven werden) naast de studenten Arabisch ook
welzijnswerkers, een pensionhoudster, advocaten, een psychiater en
wetenschappers uit andere disciplines.
Er was in de jaren zeventig weinig inzicht in de
taalkundige achtergrond van de Marokkanen. Als maatschappelijke dienstverlening
(tegenwoordig noemt men dit valorisatie) heeft Roel destijds geadviseerd aan
o.a. de onderwijsinspectie in Utrecht en gaf hij lezingen door het hele land.
Ook kwamen er vragen uit België.
In Utrecht kwamen ook studenten van andere
universiteiten, o.a. Sietske de Boer die ook lang met Marokko bezig geweest is.
En collega’s: Ruud Peters die als arabist aan de UvA
werkte heeft in Utrecht Marokkaans gevolgd.
Universiteit Nijmegen: 1984-2010
Door Jan Hoogland, met soms een vervanger als ik was
vrijgesteld van onderwijstaken voor een groot project als het Woordenboek
Standaard Arabisch of voor het NIMAR.
Studenten Arabisch konden in Nijmegen kiezen tussen
Egyptisch of Marokkaans Arabisch.
Maar lange tijd was een studieverblijf in Marokko
nauwelijks mogelijk.
Universiteit Leiden
Van 1985 tot 2005 door Harry Stroomer gedoceerd,
daarna ook gecontinueerd (met enkele onderbrekingen).
Recentelijk is het Marokkaans Arabisch enkele jaren
gedoceerd door Khalid Mourigh (2009-2012).
Eenmalig (2013) heeft NIMAR-docent Yelins Mahtat de
Leidse studenten via Skype Marokkaans gedoceerd. Er was toen geen docent in
Leiden maar er waren wel studenten die hun buitenlandsemester op het NIMAR in
Rabat wilden doorbrengen.
Op dit moment zijn de colleges Marokkaans Arabisch in
Leiden alleen toegankelijk voor hoofdvakstudenten Arabisch die minimaal 30 EC
Arabisch in het eerste jaar hebben gedaan. En de lessen Marokkaans Arabisch
zijn dus niet toegankelijk voor studenten met een Marokkaanse achtergrond die
een andere hoofdvakstudie volgen.
Het Marokkaans Arabisch is aan de Leidse universiteit nog wel eens
stiefmoederlijk behandeld maar sinds de Leidse universiteit zich in 2015 over
het NIMAR heeft ontfermd is deze situatie veranderd.
Vrije Universiteit: 2003 - heden
Petra Bos geeft op de VU jaarlijks één semester
Marokkaans Arabisch voor studenten taalkunde. Deze cursus is ook voor studenten
van andere studierichtingen toegankelijk.
NIMAR 2007 - heden
Het onderwijsprogramma van het NIMAR is in februari
2007 van start gegaan met vooral lessen Modern Standaard Arabisch, maar ook
lessen Marokkaans Arabisch. Het Marokkaans Arabisch wordt nu aangeboden als
onderdeel van de beide minoren die het NIMAR aanbiedt: het voorjaarssemester
(vooral maar niet uitsluitend voor studenten Arabisch) en de minor Culture and
Society in Morocco voor studenten sociale wetenschappen.
Voor meer informatie zie de website van het NIMAR:
www.nimarrabat.nl.
3 Persoonlijke historie
De periode dat Marokkaans Arabisch aan Nederlandse
universiteiten wordt onderwezen valt bijna samen met de periode dat ik me met
Arabisch en Marokkaans Arabisch bezighoud. Ik begon in 1976 met de studie
Arabisch in Utrecht. Om eerlijk te zijn: op dat moment wist ik nog nauwelijks
dat Marokko een Arabischtalig land was. Ik was door toeval in het Midden-Oosten
(Syrië, Jordanië, Saudi Arabië) terecht gekomen, en dat vormde de aanleidingvoor mij om Arabisch te gaan
studeren.
In Utrecht leerde je in het eerste jaar vooral MSA maar ook een paar uur per
week Marokkaans Arabisch.
Wat ik me ervan herinner is dat het totaal
verschillende lessen waren. De lessen MSA behelsden vooral grammatica
leren, woorden stampen, oefeningen maken, terwijl de lessen Marokkaans Arabisch
gericht waren op mondelinge communicatie, conversatie met dia's etc.
Ik heb mij dat later zelf ook gerealiseerd toen ik
onderwijs in beide versies van het Arabisch gaf: als docent MSA ben ik een
andere docent dan als ik Marokkaans Arabisch doceer, ik leg nadruk op andere
vaardigheden en aspecten van de taal.
In de zomer na het eerste jaar van mijn studie Arabisch ging ik voor het eerst
naar Marokko. Dat was 1977. Het wordt steeds makkelijker om tegen
gesprekspartners in Marokko te zeggen dat ik al in het land kwam toen zij nog
geboren moesten worden.
Ik heb zelf in de loop van mijn studie besloten mij op het Arabisch van
Marokkanen te focussen. En dat bleek een goede beslissing want in 1983 wilde
men aan de Katholieke Universiteit Nijmegen ook Marokkaans Arabisch gaan
aanbieden.
Dus werd 1983 het jaar van mijn hidjra van Utrecht
naar Nijmegen.
Met een onderwijsstimuleringsproject moest ik een zelfstudiecursus Marokkaans
maken zodat ik daarna overbodig zou zijn.
Maar ik ben ook in het onderwijs MSA in Nijmegen gaan deelnemen, in jaren van
grote aantallen eerstejaars studenten, dus ik bleef in Nijmegen hangen.
De cursus die ik in 1984-1987 moest maken is jaren
later door Bulaaq uitgegeven. Inmiddels is deze ook in het Duits en het Engels beschikbaar.
Een Franse vertaling is ook klaar maar het is nog niet
gelukt er een uitgever voor te vinden.
1983 was ook het jaar van publicatie van het
woordenboek Marokkaans Arabisch. Als student assistent deed ik er mijn eerste
lexicografische ervaring op. In de echtelijke slaapkamer van Roel en Rieneke
sorteerden we fiches met steeds één trefwoord erop.
Het basiswoordenboek is al vele jaren niet meer
verkrijgbaar. Maar kenners hebben het. Ik heb voor liefhebbers ook een scan als
pdf beschikbaar. En aan een opvolger wordt gewerkt. Hierover later meer.
In 2006 werd het NIMAR geopend. De oprichting was mijn initiatief (zie hiervoor
de bijdragen op deze blog uit de jaren 2005, 2006 en later).
Met de opening van het NIMAR brak een nieuwe periode
aan, voor het onderwijs Marokkaans Arabisch in Nederland, maar ook voor
mijzelf. In 2007 en 2008 was ik de onderwijscoördinator van het NIMAR,
grotendeels op afstand. Van 2009 tot juli 2015 was ik directeur van het
NIMAR. Zo was ik dus zelf verantwoordelijk voor het onderwijs Marokkaans
Arabisch op het NIMAR.
Daarin hebben zich ook problemen voorgedaan. Studenten
aan verschillende Nederlandse universiteiten hadden formeel de mogelijkheid van
een buitenlandsemester op het NIMAR in Rabat, maar ze kregen niet de
mogelijkheid zich daar op voor te bereiden met onderwijs Marokkaans Arabisch
aan hun universiteit. In sommige gevallen was het zelfs zo dat er wel onderwijs
Egyptisch werd aangeboden maar geen onderwijs Marokkaans Arabisch. Studenten
met belangstelling voor Marokko waren zo in een achtergestelde positie, en ook
het NIMAR werd zo achtergesteld ten opzichte van de collega’s van het NVIC in
Cairo.
Het is kennelijk zo dat er collega’s docenten Arabisch
aan Nederlandse universiteiten zijn die Marokko niet als een echt Arabisch land
beschouwen. En dus proberen zij hun studenten met zachte hand richting Cairo te
dirigeren, en niet naar Rabat.
Sinds de opening van het NIMAR heb ik tegen de
collega’s gezegd:
Zie het als een luxe dat we opties kunnen aanbieden
aan studenten; wil je naar Egypte of naar Marokko? Beide zijn mogelijk.
En in 2011 en 2014 is gebleken dat het spreiden van
risico’s in de Arabische wereld nuttig kan zijn. De situatie in Egypte was toen
onveilig en we hebben in Rabat de studenten die eigenlijk naar Egypte hadden
gewild bereidwillig opgevangen en onderwijs aangeboden.
4 Onderwijsmodellen
Op de verschillende universiteiten is het Marokkaans
Arabisch in verschillende fases tijdens de studie aangeboden. In sommige
gevallen was Marokkaans Arabisch niet de enige mogelijkheid die aan studenten
werd geboden om een Arabische spreektaal te leren.
·
Utrecht
1976: Marokkaans Arabisch werd direct in het eerste jaar aangeboden, parallel
aan lessen MSA, wie een ander dialect wilde leren kon dat aan een andere
universiteit doen. Vanaf week 2: Marokkaans naast MSA. 4 uur Marokkaans
Arabisch naast ong. 10 uur MSA. Persoonlijk heb ik dat destijds niet als
problematisch ervaren.
· Nijmegen:
v.a. 1e semester 2e jaar. Studenten konden zo
als het ware voorsorteren voor hun buitenlandverblijf. Soms kozen studenten
voor 2 dialecten (Egyptisch werd ook aangeboden in Nijmegen)
·
Leiden:
1e semester 2e jaar, ook voorsorteren voor
buitenlandverblijf. Anno 2019 uitsluitend aangeboden aan hoofdvakstudenten
Arabisch.
·
VU:
hier bestaat geen hoofdvakstudie Arabisch, Marokkaans Arabisch wordt aangeboden
aan studenten taalwetenschappen en andere belangstellende studenten.
·
UvA:
geen Marokkaans Arabisch maar Egyptisch Arabisch: studenten Arabisch volgen in
hun eerste jaar een half jaar Egyptisch dialect en gaan pas in het tweede
semester MSA erbij leren. Hier is dus geen sprake van voorsorteren, er is een
snelweg zonder afslagen die rechtstreeks naar Cairo loopt.
Alle genoemde onderwijsvoorzieningen zijn voornamelijk
op beginnersniveau, aan vervolgcursussen is anno 2019 in Nederland nauwelijks
iets beschikbaar.
In Utrecht heeft Roel Otten jarenlang een tweede jaar
Marokkaans Arabisch gegeven.
In Nijmegen heb ik dat slechts 2x gedaan, met bijeen
geraapt materiaal
Het NIMAR biedt sinds 2009 volop mogelijkheden voor
Marokkaans op gevorderden niveau. Er wordt op 3 niveaus Marokkaans Arabisch
gedoceerd: beginners, intermediate, gevorderd. Dat hoogste niveau is (meestal)
voor studenten met een Marokkaanse achtergrond
5 Lesmateriaal Marokkaans Arabisch
In den beginne was er de (niet gepubliceerde) cursus van Roel Otten, met
veel drills, gebaseerd op de cursus van Harrell.
Vanaf 1984 was er de voorlopige versie van de cursus van Hoogland, die
later bij Bulaaq is gepubliceerd. Deze cursus is
notioneel functioneel, gericht op mondelinge communicatie.
Zoals gemeld is er weinig lesmateriaal voor
gevorderden beschikbaar.
Op het NIMAR is voor 2015 materiaal ontwikkeld. Vooral
Etnografische teksten: Voeding, Vervoer en Reizen, Religie, Vakantie,
Gezondheid, Onderwijs, Familie etc.
In de toekomst zal ik dit materiaal online beschikbaar
maken.
In België verscheen in 1981 de Nederlandstalige
cursus Marokkaans voor Nederlandstaligen van Mark van Mol. Deze
cursus is sinds vele jaren niet meer leverbaar.
6 Onderzoek
Aan verschillende universiteiten hebben meerdere
onderzoekers in hun onderzoek het Marokkaans Arabisch bestudeerd. Hierbij kan
onderscheid worden gemaakt tussen de hoofdthema’s ‘Taal in de migratiesituatie’
(buiten Marokko dus) en ‘Taal in Marokko’.
Binnen deze twee thema’s kunnen weer een aantal
subthema’s worden onderscheiden, waarbij ik mij beperk tot taalkundig
onderzoek, waarbij de taal dus het onderwerp van studie is.
Taal in de migratiesituatie
·
Taalverlies:
m.n. Abderrahman El Aissati in zijn dissertatie
·
Code
switching, m.n. Louis Boumans in zijn dissertatie
·
Straattaal,
m.n. Maarten Kossmann, Khalid Mourigh, Jacomine Nortier
·
Taal
in onderwijs en in verwerving NT2, m.n. Jan Jaap de Ruiter, Petra Bos
·
Lexicografisch
(woordenboeken): Roel Otten, J.C. de Waard
Taal in Marokko
·
Sociolinguistisch
(de Ruiter, Hoogland)
·
Veranderingen
in schrijftaal (Hoogland)
Er zijn wat andere Nederlandse dissertaties waarin het
Marokkaans Arabisch is vermeld, maar mijn indruk is dat het Marokkaans Arabisch
daarin slechts een beperkte rol speelt.
Veel van de publicaties van de genoemde onderzoekers
zijn te vinden op hun persoonlijke pagina’s bij de desbetreffende
universiteiten of op de academische portal Academia.edu.
7 Een nieuw woordenboek Marokkaans Arabisch in 2020?
In 1983 verscheen het basiswoordenboek Marokkaans
Arabisch – Nederlands van Roel Otten. Sinds een aantal jaren werken Otten en
Hoogland aan een nieuw woordenboek. Dit zal een herziene en sterk uitgebreide
versie worden. Een belangrijk verschil is dat de focus op één doelgroep zal
liggen: gebruikers die het Nederlands al beheersen.
Ik verwacht dat er in 2020 duidelijkheid zal komen
over de datum van verschijning.
8 Suggesties voor verder onderzoek
In de jaren 70-90 van de vorige eeuw heeft Roel Otten een schat aan
radiomateriaal verzameld: opnames van radio-uitzendingen gericht op de
Marokkaanse gemeenschap in Nederland. Dit materiaal was voor een belangrijk
deel al gedigitaliseerd en het restant is bij het IISG ondergebracht. Voor
iemand met kennis van Marokkaans Arabisch en/of Tarifit=Riffijns (er waren ook
uitzendingen in het Riffijns) ligt hier heel veel geschiedkundig onontgonnen
terrein.
Het gebruik van Marokkaans Arabisch als schrijftaal:
Deze ontwikkeling is nog steeds gaande. Ik heb een uitgebreide verzameling
‘geschreven Marokkaans Arabisch’. Mijn nieuwste inzichten: het neemt toe, zeker
in de reclamesector, en het valt ook de Marokkanen op dat het toeneemt.
Taalverandering/verlies bij Marokkaanse Nederlanders
van 2e, 3e, 4e generatie. Een nieuwe stand van zaken na het in 1997
gepubliceerde onderzoek van El Aissati is dringend gewenst.
De taalsituatie in Marokko: dit blijft machtig
interessant. Ik heb tijdens mijn zes jaar in Rabat een aantal belangrijke
veranderingen zien optreden: het Engels rukt op, het Berbers kreeg de status
van officiële taal, Darizja wordt steeds meer gebruikt. De Fransen ‘vechten
terug’ met tientallen Instituts Français in elke Marokkaanse stad die er toe
doet.