zondag, oktober 21, 2007

Onderwijs Nederlands aan universiteit Casablanca.


Deze week barstte er ineens een publiciteitsgolf los over het voornemen van de universiteit Hassan II te Casablanca om vanaf 2008 onderwijs in de Nederlandse taal te gaan aanbieden.


Het bericht stond eerst in onze NIMAR-nieuwsbrief, en is toen door een journaliste van het ANP opgepikt. Ze zat al een tijdje te vlassen op een primeur over dat onderwerp. Steeds zei ik dat het beter was nog even te wachten het bericht naar buiten te brengen.
Nu kwam het dus naar buiten. Diverse mensen vroegen mij: 'wist je dat?' Reken maar dat ik het wist. Anderen vroegen of het NIMAR er iets mee te maken heeft gehad. Reken maar van wel.


Dat dit voornemen bestond in Casablanca, was algemeen bekend. Ik heb er begin dit jaar al over geschreven op deze blog.
En het is het logisch vervolg op het aanbod dat (toenmalig) minister van OCW Maria van der Hoeven had gedaan bij de opening van het NIMAR op 7 juni vorig jaar.
De uitvoering ervan is door het minsterie overgedragen aan de Nederlandse Taalunie en dus was de Taalunie deze week ook uitgebreid in het nieuws.
Het NIMAR is ook sinds begin dit jaar intensief betrokken gebleven bij de contacten tussen de Taalunie en de Marokkaanse universiteit. Zo was ik zelf betrokken bij de selectie van de eerste docent die in Casablanca Nederlands zal gaan geven.


Overigens zal het vermoedelijk beperkt blijven tot een bijvakvoorziening. Studenten die een andere taal (Engels, Frans, Spaans) als eerste taal studeren, kunnen er Nederlands bij doen als bijvak. Maar het wordt wel een uitgebreid bijvak dat ze drie jaar lang kunnen volgen. Daarmee moet het toch mogelijk zijn een acceptabel niveau van beheersing van het Nederlands te bereiken.


En waarom wil men in Casablanca Nederlands gaan aanbieden?
De decaan van de Letterenfaculteit van de genoemde universiteit zei in het ANP-bericht hierover het volgende: Decaan Abdelmajid Kaddouri rekent op veertig tot honderd studenten, zowel eerstejaars als masterstudenten. Ook verwacht Kaddouri dat personeelsleden van bedrijven die contact hebben met Nederland zich inschrijven voor de cursussen.
Op termijn moet er een volledige opleiding Nederlands komen, waarmee studenten taal, land en volk kunnen leren kennen. Kaddouri hoopt dat het nieuwe onderwijsprogramma en het onlangs opgerichte Nederlands Instituut (NIMAR) in Rabat de economische banden tussen beide landen helpen versterken.
De taalhandicap is een van de redenen voor Nederlandse bedrijven om niet in Marokko te investeren, stelt Kaddouri: „In Nederland is de belangstelling voor de Marokkaanse cultuur beperkt omdat alleen de problemen van de Marokkaanse gemeenschap worden gezien. Zodra er hier geld wordt verdiend, zal ook het beeld van Marokko veranderen.”
Ik kan daar nog aan toevoegen dat de decaan een echte 'vriend van Nederland' is. Hij komt hier al vele jaren met grote regelmaat. Hij is historicus en heeft o.a. onderzoek gedaan in de archieven van de Koninklijke Bibliotheek naar de historische betrekkingen tussen Nederland en Marokko. En hij doet niets liever dan fietsen door de duinen of de Nederlandse bossen.



Ik verwacht dat ik in de toekomst nog wel eens zal terugkomen op dit onderwerp.

Geen opmerkingen: